Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 februari 2024, met bijlagen;
- akte van [eiser01] met een vermindering van de eis.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de kantonrechter op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in de procedure tussen [eiser01] en S&A Services B.V. [eiser01] stelt dat hij werkzaam is bij S&A op basis van een arbeidsovereenkomst, maar dat S&A hem niet heeft aangemeld bij de Belastingdienst. Hierdoor heeft hij geen toegang tot sociale voorzieningen zoals werknemersverzekeringen. Daarnaast heeft S&A sinds augustus 2023 geen loonstroken meer verstrekt. [eiser01] heeft daarom geëist dat S&A wordt veroordeeld om hem aan te melden bij de Belastingdienst en om de ontbrekende loonstroken alsnog te verstrekken, onder dreiging van een dwangsom.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoed, waardoor de eis in kort geding kan worden toegewezen. De rechter oordeelt dat de eisen van [eiser01] niet onrechtmatig of ongegrond zijn. S&A is niet verschenen op de zitting en er is verstek verleend. De rechter heeft S&A veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis [eiser01] aan te melden bij de Belastingdienst en de loonstroken af te geven. Tevens is S&A veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 765,-.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiser01] direct recht heeft op de uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventuele hoger beroep. De kantonrechter heeft ook een dwangsom opgelegd van € 250,- per dag voor elke dag dat S&A in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,- voor zowel de aanmelding bij de Belastingdienst als de afgifte van de loonstroken.