ECLI:NL:RBROT:2024:1889

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
FT EA 20-1741
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot tekortkomingen in de sollicitatieplicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, [schuldenaar01]. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling in 2021 uitgesproken en de bewindvoerder, R. de Geus, heeft op 19 oktober 2023 verslag uitgebracht over de beëindiging van deze regeling. Tijdens de zitting op 8 februari 2024 zijn de bewindvoerder, de schuldenaar en de beschermingsbewindvoerder verschenen om de stand van zaken te bespreken. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de schuldenaar tekortkomingen heeft vertoond in de informatieplicht, sollicitatieplicht en afdrachtplicht, wat heeft geleid tot een boedelachterstand van € 2.460,61. De schuldenaar heeft verklaard dat hij door zijn onregelmatige nachtdiensten in een bakkerij niet in staat was om aanvullend te solliciteren.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel de schuldenaar tekort is geschoten in de sollicitatieverplichting, deze tekortkoming niet tot consequenties kan leiden. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de schuldenaar heeft gewerkt en de recente ontwikkeling dat hij sinds 1 januari 2023 40 uur per week werkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tekortkoming in de informatieplicht is hersteld en dat de boedelachterstand inmiddels is vervallen. De rechtbank heeft besloten om de schuldenaar de zogenoemde 'schone lei' te verlenen, waardoor de vorderingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling niet langer afdwingbaar zijn. De rechtbank heeft het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. C. de Jong.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlening schone lei
insolventienummer: [nummer01]
uitspraakdatum: 16 februari 2024 (bij vervroeging)
Bij vonnis van deze rechtbank van 20 januari 2021 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenaar01] ,
[adres01]
[postcode01] [woonplaats01] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: R. de Geus.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 19 oktober 2023 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 31 januari 2024 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
Op 15 december 2023 heeft de rechter-commissaris de rechtbank bericht omtrent haar advies over de tekortkoming met betrekking tot de sollicitatieverplichting.
De beëindiging is behandeld ter terechtzitting van 8 februari 2024. De bewindvoerder, schuldenaar en de beschermingsbewindvoerder zijn verschenen.
Op 9 februari 2024 en 15 februari 2024 heeft de bewindvoerder de rechtbank naar aanleiding van de ontvangen informatie van de beschermingsbewindvoerder bericht.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat schuldenaar een tekortkoming heeft laten ontstaan in de informatieplicht, sollicitatieplicht en afdrachtplicht. Meerdere stukken ontbreken, waardoor de bewindvoerder niet in staat is om de boedelstand te berekenen. Daarnaast heeft schuldenaar in 2022 niet aanvullend gesolliciteerd, waardoor de schuldeisers zijn benadeeld. Schuldenaar heeft bij zijn vorige werkgever gemiddeld 131,76 uur per vier weken gewerkt, derhalve 12,24 uur per 4 weken te weinig. Schuldenaar werkt sinds 1 januari 2023 40 uur per week. Op schuldenaar was tot 1 januari 2023 onverkort de aanvullende sollicitatieplicht van kracht. De bewindvoerder heeft om die reden geadviseerd om de schuldsaneringsregeling met twaalf maanden te verlengen. Voor wat betreft de boedelachterstand heeft de bewindvoerder meegedeeld in de laatste stand van zaken van 31 januari 2024 dat de boedelachterstand € 2.460,61 bedraagt. In dit bedrag is tevens de waarde van de auto meegenomen van € 1.000,--. Of dit bedrag de boedel toekomt, kan wat betreft de bewindvoerder nog naar gekeken worden, omdat schuldenaar nu zijn auto nodig heeft voor zijn werk, hetgeen het eerste jaar van de schuldsaneringsregeling niet het geval was. Ter zitting heeft de bewindvoerder verklaard dat hij de door de beschermings-bewindvoerder toegezonden informatie nog niet heeft gezien.
Schuldenaar heeft ter zitting verklaard dat hij niet aanvullend heeft gesolliciteerd. Hij was
’s nachts werkzaam in een bakkerij en werkte onregelmatig. Hierdoor was het voor hem niet mogelijk om een aanvullende dienstbetrekking te zoeken en te vervullen. Sinds 1 januari 2023 werkt hij 40 uur per week. Voorts heeft schuldenaar verklaart dat hij zijn auto nodig heeft voor zijn werk. Hij begint vroeg en het is niet mogelijk om dan met het openbaar vervoer te reizen.
De beschermingsbewindvoerder heeft ter zitting meegedeeld dat op de ochtend van de zitting alle ontbrekende informatie aan de bewindvoerder is toegezonden. Voor wat betreft de achterstand in de boedelafdracht heeft de beschermingsbewindvoerder verklaard dat er niet voldoende saldo op de beheerrekening staat om de boedelachterstand in één keer te voldoen en stelt voor de regeling te verlengen met twee of drie maanden teneinde de boedelachterstand in te lopen.

3.De beoordeling

Ten aanzien van de sollicitatieplicht is de rechtbank van oordeel dat schuldenaar, gelet op de omstandigheden van het geval, weliswaar tekort is geschoten in de sollicitatieverplichting, maar dat deze tekortkoming niet tot consequenties kan leiden. Schuldenaar heeft bij zijn vorige werkgever weliswaar te weinig uren gewerkt (ca. 3 uur per week), maar gelet op de nachtelijke werkzaamheden, kan in redelijkheid van schuldenaar niet gevraagd worden om elders voor drie uur per week een aanvullende dienstbetrekking uit te voeren. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op voornoemde omstandigheden, een verlenging ten aanzien van de tekortkoming in de sollicitatieplicht niet is gerechtvaardigd, temeer nu schuldenaar sinds
1 januari 2023 40 uur per week werkt en deze dienstbetrekking nog steeds heeft.
De bewindvoerder heeft bij bericht van 9 februari 2024 laten weten dat alle ontbrekende informatie is ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de tekortkoming in de informatieplicht is hersteld.
Met betrekking tot de afdrachtplicht bepaalt de rechtbank dat de waarde van de auto van
€ 1.000,-- bij de hoogte van de boedelachterstand buiten beschouwing blijft. De bewindvoerder heeft bij bericht van 9 februari 2024 laten weten dat na bestudering van de ontvangen informatie de boedelachterstand nog € 1.150,11 bedraagt. Bij bericht van
15 februari 2024 heeft de bewindvoerder laten weten dat er geen sprake meer is van een boedelachterstand. De huur-en zorgtoeslag over 2022 is herzien, hetgeen is verwerkt in het vrij te laten bedrag. Hierdoor is de boedelachterstand komen te vervallen. Daarnaast heeft de beschermingsbewindvoerder aangetoond dat reeds op 5 oktober 2023 een bedrag van
€ 1.544,-- is terugbetaald aan de belastingdienst met betrekking tot voornoemde terugvordering.
De rechtbank oordeelt dat schuldenaar weliswaar toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten maar dat deze tekortkoming gezien haar bijzondere aard dan wel geringe betekenis buiten beschouwing blijft. Geen van de schuldeisers heeft redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Aan schuldenaar zal daarom de zogenoemde “schone lei” worden verleend.
Het andersluidende advies van de bewindvoerder leidt niet tot een ander oordeel.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt vast dat schuldenaar toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten en bepaalt dat deze tekortkoming gezien haar bijzondere aard dan wel geringe betekenis buiten beschouwing blijft;
  • bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op
  • verleent de zogenoemde “schone lei” waardoor de na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op het aanwezig actief tot een bedrag van maximaal

4.934,16;
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.