ECLI:NL:RBROT:2024:1887
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en vaststelling ingangsdatum
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van de heer [verzoeker01] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker verkeert in een situatie waarin hij heeft opgehouden te betalen, en de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen voldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft het verzoek goedgekeurd en verzoeker toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, met een ingangsdatum vastgesteld op 7 februari 2024.
Tijdens de zitting op 29 januari 2024 is ook de mogelijkheid van een eerdere ingangsdatum besproken. Verzoeker ontvangt een WIA-uitkering en is gedeeltelijk arbeidsongeschikt. De rechtbank kon echter niet vaststellen of verzoeker zijn inspanningsverplichting is nagekomen, omdat er onvoldoende bewijs was over de afdracht van zijn inkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afdracht niet conform de VTLB-berekeningen is uitgevoerd, wat heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek om een eerdere ingangsdatum.
De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op achttien maanden, eindigend op 7 augustus 2025. Tevens is mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris. De rechtbank heeft ook bepaald dat verzoeker zich tijdens de schuldsaneringsregeling onder beschermingsbewind houdt, en dat de bewindvoerder de nodige stappen moet ondernemen om de schuldenaar te ondersteunen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.