ECLI:NL:RBROT:2024:1884
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.W.C. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een restaurant in Vlaardingen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 7 februari 2023. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak, een restaurant in Vlaardingen, op 1 januari 2021 vastgesteld op € 298.000,-. Eiser, de eigenaar van het restaurant, is het niet eens met deze waardering en stelt dat de waarde te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep op 30 januari 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar moet aantonen dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Dit moet gebeuren aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode. De heffingsambtenaar heeft een huurwaarde van € 29.583,- per jaar aangehouden, wat neerkomt op € 97,63 per m². De rechtbank vindt deze huurwaarde aannemelijk, mede op basis van vergelijkingsobjecten in de omgeving. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om de huurcijfers van verweerder te betwisten, en de rechtbank concludeert dat de coronacrisis geen significante invloed heeft gehad op de vastgestelde huurwaarde.
De rechtbank wijst erop dat de heffingsambtenaar een leegstandsrisico van 15% hanteert, wat de rechtbank niet te laag acht. Eiser heeft dit niet onderbouwd en de rechtbank concludeert dat verweerder in zijn bewijslast slaagt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. G.W.C. van der Feltz, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Noordegraaf, griffier, en is openbaar gemaakt op 28 februari 2024.