ECLI:NL:RBROT:2024:1804

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
10.096994.22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van roekeloos rijgedrag, rijden onder invloed van alcohol en rijden zonder geldig rijbewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan drie strafbare feiten op grond van de Wegenverkeerswet. De verdachte werd beschuldigd van roekeloos rijgedrag, rijden onder invloed van alcohol en rijden zonder geldig rijbewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 mei 2021 in Rotterdam als bestuurder van een Volkswagen Golf betrokken was bij een achtervolging door de politie, waarbij hij meerdere verkeersregels heeft overtreden, waaronder het negeren van rode verkeerslichten en het rijden met een veel te hoge snelheid. Tijdens deze achtervolging was de verdachte onder invloed van alcohol, met een ademalcoholgehalte van 355 microgram per liter lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor zes maanden. De straf is hoger dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank de ernst van het gevaarlijke rijgedrag en de recidive van de verdachte in aanmerking heeft genomen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het derde ten laste gelegde feit, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10.096994.22
Datum uitspraak: 7 februari 2024
Tegenspraak (279 Sv.)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. D.C.D. Newoor, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. D.D.B. Reuter heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 60 uren, een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 6 maanden en een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering, feit 3
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde (rijden tijdens rijontzegging) niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering wordt vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering feiten 1, 2 en 4
4.2.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft verklaard dat hij niet de bestuurder was van het voertuig. Hoewel enkele verbalisanten menen dat ze de verdachte hebben herkend als de bestuurder, bevatten de processen-verbaal dusdanige discrepanties dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte de bestuurder is geweest.
4.2.2.
Beoordeling
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte op 18 mei 2021 de bestuurder was van de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken01] . De verdachte is door meerdere verbalisanten – die hem tijdens de achtervolging achter het stuur hebben gezien – herkend als de bestuurder, er is geen reden om aan deze verklaringen te twijfelen. Dat de officier van dienst, die later ter plaatse arriveert, een bevinding van andere verbalisanten onjuist heeft overgenomen, doet niets af aan de verklaringen van de verbalisanten die bij de achtervolging waren betrokken.
4.2.3.
Conclusie
De rechtbank verwerpt het verweer. De rechtbank is van oordeel dat de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 18 mei 2021 te Rotterdam
als bestuurder van een voertuig (personenauto VW Golf [kenteken01] ), daarmee
rijdende op de wegen, de Pleinweg, , de Dorpsweg, de Groene
Kruisweg, de Zuiderparkweg, de Oldegaarde, de Kerkwervesingel, de
Middelharnisstraat, de Sliedrechtstraat, de Raamsdonkweg, het Havenspoorpad, de
Krabbedijkestraat, en de Charloisse Lagedijk, zich opzettelijk zodanig heeft
gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen aldaar,
- meermalen een in zijn rijrichting gekeerd rood uitstralend verkeerslicht te
negeren en
-met hoge snelheid, althans een veel te hoge snelheid meer kruisingen of
splitsingen op- of over te rijden en
-geen gevolg te geven aan een stopteken gegeven middels op één
politievoertuig aangebracht transparant en het door hem bestuurde
motorvoertuig, niet tot stilstand te brengen en
-gedurende de achtervolging – meestentijds- te rijden met een snelheid oplopend
tot 125 kilometer per uur, althans met een (veel) hogere snelheid gelet op de
omstandigheden en dan ter plaatse was toegestaan en
terwijl daarbij meerdere op dezelfde wegen rijdende andere motorvoertuigen
(sterk) moesten afremmen en/of uitwijken teneinde een botsing of aanrijding te
voorkomen en
-met een zodanige snelheid te rijden en te blijven rijden dat hij, verdachte, niet
in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de
weg kon overzien en waarover deze vrij was en
-zonder snelheid te verminderen en voorzichtigheid te betrachten een woonwijk
en een woonerf van een woning en een rotonde en een fiets- en
looppaden op/in/over te rijden en in tegengestelde rij richtingen te rijden en
-met, verdachtes, motorvoertuig tegen een dwars over de straat geparkeerde
politievoertuig te botsten en tot stilstand te komen,
terwijl verdachte onder invloed van alcohol verkeerde en
terwijl het donker was;
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor anderen te duchten was
zulks terwijl hij, verdachte, zich aan staande houding door de politie wilde
onttrekken
2
hij op 18 mei 2021 te Rotterdam,
als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto VW Golf [kenteken01]), dit voertuig
heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het
alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid,
aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 355 microgram, , alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn
4
hij op 18 mei 2021 te Rotterdam,
terwijl hij wist dat de geldigheid van een op zijn naam
gesteld rijbewijs ingevolge artikel 131, tweede lid, onderdeel a van de
Wegenverkeerswet 1994, voor een of meer categorieën van motorrijtuigen was
geschorst, gedurende de tijd dat die schorsing van kracht was, op wegen/straten, de
Pleinweg, , de Dorpsweg, de Groene Kruisweg, de Zuiderparkweg, de
Oldegaarde, de Kerkwervesingel, de Middelharnisstraat, de Sliedrechtstraat, de
Raamsdonkweg, het Havenspoorpad, de Krabbedijkestraat, en de Charloisse
Lagedijk, een motorrijtuig, (personenauto VW Golf [kenteken01] ), van de categorie of
categorieën, waarop de schorsing betrekking had, heeft bestuurd;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten stonden, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994;
Feit 2:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (355 microgram);
Feit 4:
overtreding van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is een omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feit, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte was een gewaarschuwd mens. Hij heeft meerdere veroordelingen op grond van de Wegenverkeerswet op zijn strafblad staan. Zijn rijbewijs was hierdoor geschorst, desondanks is de verdachte wederom in de auto gestapt. Daarbij heeft hij zich schuldig gemaakt aan zeer gevaarlijk rijgedrag. Niet alleen was de verdachte onder invloed van alcohol, ook heeft hij met veel te hoge snelheid geprobeerd te vluchten voor de politie, ook nadat hem een stopteken was gegeven. Daarbij heeft hij meerdere malen rode stoplichten genegeerd en op de stoep, het fietspad en door een groenstrook gereden. Er heeft een dollemansrit door Rotterdam-Zuid plaatsgevonden, waarbij de verdachte zeer gevaarlijke situaties heeft gecreëerd voor de overige verkeersdeelnemers en voor de politie, waarbij het een wonder is dat er geen ernstige ongelukken zijn gebeurd. De verdachte heeft met zijn gedragingen laten zien dat hij lak heeft aan alle verkeersregels en beslissingen over zijn rijbewijs.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank is daarbij van oordeel dat de vastgestelde overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 zodanig ernstig in hun soort zijn dat niet kan worden volstaan met de strafsoort en de hoogte van de eis van de officier van justitie. Bovendien geldt het taakstrafverbod als bedoeld in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht, gelet op de veroordeling door de politierechter op 22 maart 2018. De rechtbank legt verdachte daarom een straf op die hoger is dan de eis van de officier van justitie. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten al van langer geleden dateren. Gelet op uitspraken in vergelijkbare zaken zou een ontzegging van de bevoegdheid motorvoertuigen te besturen van 12 maanden gepast zijn. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank deze ontzegging matigen naar de hierna te noemen duur.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57 en 63 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5a, 8, 9, 176 en 179 Wegenverkeerswet 1994.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
ontzegt de verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van
6 (zes) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Zinnen, voorzitter,
en mrs. T.M. Riemens en C. Sikkel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.D. van der Veeke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 18 mei 2021 te Rotterdam
als bestuurder van een voertuig (personenauto VW Golf [kenteken01] ), daarmee
rijdende op de weg(en), de Pleinweg, het Zudplein, de Dorpsweg, de Groen
Kruisweg, de Zuiderparkweg, de Oldegaarde, de Kerkwervesingel, de
Middelharnisstraat, de Sliedrechtstraat, de Raamsdonkweg, het Havenspoorpad, de
Krabbedijkestraat, en/of de Charloisse Lagedijk, zich opzettelijk zodanig heeft
gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen aldaar,
-één of meermalen een in zijn rijrichting gekeerd rood uitstralend verkeerslicht te
negeren en/of
-met hoge snelheid, althans een veel te hoge snelheid één of meer kruisingen of
splitsingen op- of over te rijden en/of
-geen gevolg te geven aan (een) stopteken(s) gegeven middels op één of meer
politievoertuigen aangebrachte transparanten en/of het door hem bestuurde
motorvoertuig, niet tot stilstand te brengen en/of
-gedurende de achtervolging – meestentijds- te rijden met een snelheid oplopend
tot 125 kilometer per uur, althans met een (veel) hogere snelheid gelet op de
omstandigheden en/of dan ter plaatse was toegestaan en/of
terwijl daarbij meerdere op dezelfde wegen rijdende ander(e) motorvoertuig(en)
(sterk) moesten afremmen en/of uitwijken teneinde een botsing of aanrijding te
voorkomen en/of
-met een zodanige snelheid te rijden en/of te blijven rijden dat hij, verdachte, niet
in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de
weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
-zonder snelheid te verminderen en/of voorzichtigheid te betrachten een woonwijk
en/of een woonerf van een woning en/of een rotonde en/of een fiets- en/of
looppaden op/in/over te rijden en/of in tegengestelde rij richtingen te rijden en/of
-met, verdachtes, motorvoertuig tegen een dwars over de straat geparkeerde
politievoertuig te botsten en/of tot stilstand te komen,
terwijl verdachte onder invloed van alcohol verkeerde en
terwijl het donker was;
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was
zulks terwijl hij, verdachte, zich aan staande houding door de politie wilde
onttrekken
2
hij op of omstreeks 18 mei 2021 te Rotterdam,
als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto VW Golf [kenteken01] ), dit voertuig
heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het
alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid,
aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 355 microgram, in elk geval
hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn
3
hij op of omstreeks 18 mei 2021 te Rotterdam
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of
strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,
gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de wegen/straten, de
Pleinweg, het Zuidplein, de Dorpsweg, de Groen Kruisweg, de Zuiderparkweg, de
Oldegaarde, de Kerkwervesingel, de Middelharnisstraat, de Sliedrechtstraat, de
Raamsdonkweg, het Havenspoorpad, de Krabbedijkestraat, en/of de Charloisse
Lagedij, een motorrijtuig, (personenauto VW Golf, [kenteken01] ), heeft bestuurd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
4
hij op of omstreeks 18 mei 2021 te Rotterdam,
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat de geldigheid van een op zijn naam
gesteld rijbewijs ingevolge artikel 131, tweede lid, onderdeel a van de
Wegenverkeerswet 1994, voor een of meer categorieën van motorrijtuigen was
geschorst, gedurende de tijd dat die schorsing van kracht was, op wegen/straten, de
Pleinweg, het Zuidplein, de Dorpsweg, de Groen Kruisweg, de Zuiderparkweg, de
Oldegaarde, de Kerkwervesingel, de Middelharnisstraat, de Sliedrechtstraat, de
Raamsdonkweg, het Havenspoorpad, de Krabbedijkestraat, en/of de Charloisse
Lagedij, een motorrijtuig, (personenauto VW Golf [kenteken01] ), van de categorie of
categorieën, waarop de schorsing betrekking had, heeft bestuurd;