ECLI:NL:RBROT:2024:1803

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
10/266185-23 vordering TUL: 10/047033-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor voorbereidingshandelingen van cocaïne-invoer op haventerrein

Op 7 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich als uithaler schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de verlengde invoer van cocaïne. De verdachte is op 12 oktober 2023 te Rotterdam samen met een ander wederrechtelijk op het terrein van de United Waalhaven Terminals verbleven en heeft geprobeerd toegang te krijgen tot containers met cocaïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals meldplicht bij de reclassering en deelname aan gedragsinterventies. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de drugshandel meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en zijn verantwoordelijkheid genomen, wat heeft geleid tot een iets lagere straf dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich in de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de verdachte ook heeft verzocht om medewerking aan identificatie en reclasseringstoezicht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/266185-23
Parketnummer vordering TUL: 10/047033-23
Datum uitspraak: 7 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01] ,
raadsman mr. J.C. Spigt, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden meldplicht bij reclassering, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, contactverbod met de medeverdachte, locatieverbod (met elektronische monitoring), dagbesteding en meewerken aan middelencontrole;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/047033-23.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 12 oktober 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen,
- van een hoeveelheid cocaïne (ongeveer 82 kilogram), een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, - zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen,
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader
wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het
plegen van dat feit,
door
- zich onbevoegd te begeven op het terrein van United Waalhaven Terminals,
gelegen aan de [adres02] te [plaats02] , en
- zich aldaar onbevoegd in meerdere containers te begeven, en
- meer sporttassen, een accu-tol met boor, een breekijzer en een hamer
voorhanden te hebben, en
- ( te pogen) de achterwand en/of het kopschot van de container met uniek nummer
[containernummer01] open te breken, en
- ( een van) de generatorluik(en) van de container met uniek nummer [containernummer01]
te openen
- met één mededader (telefonisch en/of via Signal) contacten te
onderhouden en informatie uit te wisselen over het uithalen van cocaïne;
2
hij op 12 oktober 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven,
gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en overslag van goederen te
weten het besloten terrein van de United Waalhaven Terminals, gelegen aan de
[adres02] te Rotterdam,
terwijl hij, verdachte zich, met zijn mededader, op die besloten plaats de
toegang had verschaft tot een gebouw, ruimte of vervoermiddel bestemd voor de
distributie, opslag of overslag van goederen, te weten de containers met unieke
nummers [containernummer02] en [containernummer01]
door middel van - inklimming
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van:
In vereniging om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
Het wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie/opslag/overslag van goederen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van inklimming.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidings- en bevorderingshandelingen voor de invoer van cocaïne in Nederland. Het uithalen van cocaïne uit de containers is een cruciale schakel in de grootschalige handel van cocaïne. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 22 december 2023 blijkt dat de verdachte al eerder onbevoegd aanwezig is geweest op het haventerrein als uithaler, en zelfs nog in een proeftijd liep van het voorwaardelijk strafdeel dat hem destijds is opgelegd.
Door aldus als uithaler te handelen heeft de verdachte zich actief bezig gehouden met de (internationale) handel in verdovende middelen. De invoer van cocaïne vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Harddrugs zijn schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers. Bovendien leiden de handel in en het gebruik van harddrugs tot allerlei andere vormen van criminaliteit en maatschappelijke problemen.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Verder heeft de rechtbank acht geslagen op de rapportage van Reclassering Nederland, van 5 januari 2024.
In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de straf mee, dat de verdachte ter terechtzitting heeft besloten een volledige verklaring af te leggen over de feiten en zijn rol in het geheel. Hij heeft nadrukkelijk verklaard dat hij zijn leven wil beteren en dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn daden neemt. De rechtbank zal met het oog daarop, net als de officier van justitie, de aan de verdachte op te leggen straf enigszins matigen.
Omdat de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, legt de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk op, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen iPhone verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen iPhone zal verbeurd worden verklaard, nu met behulp van deze telefoons de feiten zijn begaan.

9.Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 12 mei 2023 met parketnummer 10/047033-23 is de verdachte ter zake van het in vereniging wederrechtelijk verblijven op het haventerrein veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een gedeelte groot 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 27 mei 2023.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie verzoekt de vordering tenuitvoerlegging in zijn geheel toe te wijzen, nu dit om eenzelfde strafbaar feit gaat.
9.3.
Standpunt verdediging
De verdediging verzoekt de proeftijd van de voorwaardelijke gevangenisstraf te verlengen of de drie maanden gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.
9.4.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. De verdachte heeft zich in de lopende proeftijd schuldig gemaakt aan eenzelfde feit.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 47, 55, 57, 138aa van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot,
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als
algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als
bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering:
Veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
Gedragsinterventie cognitieve vaardigheden:
Veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
Ambulante behandeling:
Veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de proeftijd begint of zoveel later als er een behandelplaats beschikbaar is voor de veroordeelde. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang:
Veroordeelde verblijft in Humane Zorg of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra de proeftijd begint of zoveel later als er plaats is voor de veroordeelde. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Contactverbod:
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de medeverdachte uit zijn dossier: [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] in [plaats02] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
Locatieverbod (met elektronische monitoring)
Veroordeelde bevindt zich gedurende de proeftijd niet in de containerhavens Vlissingen, Maasvlakte en Waalhaven, zoals aangegeven op de bijgevoegde kaart (Bijlage III), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat betrokkene in Nederland blijft;
Dagbesteding:
Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van (on)betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
Meewerken aan middelencontrole:
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van cannabis om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht elektronisch toezicht te houden op de naleving van de onder nummer 6 genoemde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor beide feiten: de inbeslaggenomen iPhone.
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
gelast de
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
3 maanden, van de bij vonnis van 12 mei 2023 van de politierechter in deze rechtbank met parketnummer 10/047033-23 aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel, voorzitter,
en mrs. T.M. Riemens en M. van Zinnen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.D. van der Veeke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 12 oktober 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren
van een (grote) hoeveelheid cocaïne (ongeveer 82 kilogram), in elk geval een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te
plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s),
wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het
plegen van dat feit,
door
- zich (onbevoegd) te begeven op het terrein van United Waalhaven Terminals,
gelegen aan de [adres02] te [plaats02] , en/of
- zich aldaar (onbevoegd) in één of meerdere containers te begeven, en/of
- één of meer sporttas(sen), een accu-tol met boor, een breekijzer en een hamer
voorhanden te hebben, en/of
- ( te pogen) de achterwand en/of het kopschot van de container met uniek nummer
[containernummer01] open te breken, en/of
- ( een van) de generatorluik(en) van de container met uniek nummer [containernummer01]
te openen
- met één of meer mededader(s) (telefonisch en/of via Signal) contacten te
onderhouden en/of informatie uit te wisselen en/of afspraken te maken over het
afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of (verder) vervoeren van
cocaïne/verdovende middelen;
2
hij op of omstreeks 12 oktober 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven, luchthaven en/of spoorwegemplacement
gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen te
weten het besloten terrein van de United Waalhaven Terminals, gelegen aan de
[adres02] te [plaats02] ,
terwijl hij, verdachte zich, al dan niet met zijn mededader, op die besloten plaats de
toegang had verschaft tot een gebouw, ruimte of vervoermiddel bestemd voor de
distributie, opslag of overslag van goederen, te weten de container(s) met uniek(e)
nummer(s) [containernummer02] en/of [containernummer01]
door middel van
- braak en/of
- inklimming