In deze zaak vordert Stichting Maasdelta Groep, gevestigd in Spijkenisse, betaling van een huurachterstand door de gedaagde partij. De huurachterstand bedraagt op het moment van de uitspraak € 2.741,68, en de kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij, aangeduid als [gedaagde01], niet heeft gereageerd op de laatste akte van Maasdelta, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld. Tijdens een eerdere mondelinge behandeling op 21 juni 2023 was de huurachterstand nog € 471,84, maar deze is sindsdien opgelopen. De kantonrechter heeft geconstateerd dat er geen bewijs is dat [gedaagde01] onder bewind is gesteld, wat van belang is voor de beoordeling van de vordering.
De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de huurachterstand toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 648,78 en rente van € 124,88. Daarnaast is [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.624,81. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Maasdelta direct kan overgaan tot uitvoering van het vonnis, ook al is er mogelijk nog hoger beroep mogelijk. De uitspraak is gedaan door mr. E.I. Mentink op 23 februari 2024.