In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een procedure over bestuurdersaansprakelijkheid en het opleggen van een bestuursverbod. De curator, in hoedanigheid van eiser, heeft vorderingen ingesteld tegen de bestuurders van de failliete vennootschappen TOTALSOLUTION B.V. en TOTALSOLUTION ELEKTRO TECHNIEK B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, waaronder [gedaagde01] en [gedaagde02], aansprakelijk zijn voor de schulden van de failliete vennootschappen op grond van artikel 2:248 BW. Tevens is er een bestuursverbod opgelegd aan [gedaagde02] voor de duur van vijf jaar, waarbij hij niet kan optreden als bestuurder of commissaris van een rechtspersoon. De rechtbank heeft de curator ook gemachtigd om beslagkosten en proceskosten te vorderen van de gedaagden. De vordering tot het opleggen van een dwangsom is toegewezen, evenals de vordering tot betaling van een voorschot op het faillissementstekort. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de kosten en heeft de curator opgedragen de rechtbank te informeren over het moment van onherroepelijk worden van het vonnis. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en bevat belangrijke overwegingen met betrekking tot de aansprakelijkheid van bestuurders in faillissementssituaties.