ECLI:NL:RBROT:2024:1672

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
C/10/668361 / JE RK 23-2606
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 13 februari 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, aangeduid als [kind01], die geboren is in 2008. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die zich zorgen maakt over de veiligheid en ontwikkeling van [kind01]. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen genomen, waaronder een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, maar [kind01] is recentelijk vermist geraakt na weglopen uit de gesloten groep waar zij verbleef.

De kinderrechter heeft de procedure gevoerd met gesloten deuren, waarbij de ouders van [kind01] niet aanwezig waren. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat, heeft haar zorgen geuit over het welzijn van [kind01], die vermoedelijk weer middelen gebruikt. De advocaat van [kind01] heeft aangegeven dat de gesloten plaatsing nog steeds noodzakelijk is, ondanks dat er geen geschikt alternatief beschikbaar is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over [kind01] en dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om haar te beschermen en te zorgen voor de benodigde begeleiding.

De kinderrechter heeft besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen voor een periode van drie maanden, van 14 februari 2024 tot 14 mei 2024. Dit besluit is genomen in het belang van [kind01], die behoefte heeft aan structuur en begeleiding in haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling verzocht om actief te blijven zoeken naar een passende open groep voor [kind01], zodat zij op termijn kan overstappen naar minder ingrijpende zorg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/668361 / JE RK 23-2606
Datum uitspraak: 13 februari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2008 in [plaats01] , hierna te noemen [kind01] ,
advocaat mr. A.J.H.M. Hopmans te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats01] ,
advocaat mr. A.T. Bol te Rotterdam,
[naam02],
hierna te noemen de vader, zonder bekende woon- of verblijfplaats.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 11 december 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de briefrapportage met bijlagen van de GI van 18 januari 2024, ingekomen op 29 januari 2024;
  • de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 22 januari 2024, ingekomen op 29 januari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 februari 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de advocaat van de moeder;
  • de advocaat van [kind01] ;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn [kind01] en de ouders.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01] .
2.2.
[kind01] verblijft op een gesloten groep van Schakenbosch, maar is thans vermist.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 14 november 2023 [kind01] onder toezicht gesteld tot 14 november 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 14 december 2023 een machtiging verleend [kind01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 14 februari 2024. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De GI verzoekt aansluitend op de spoedmachtiging een machtiging om [kind01] in
een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de
duur van zes maanden.
3.2.
Over de periode van drie maanden, te weten tot 14 februari 2024, is al beslist. Nu
moet worden beslist over de periode van de resterende drie maanden, te weten tot 14 mei 2024.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het aangehouden deel van het verzoek en licht het als volgt toe. Er bestaan nog steeds ernstige zorgen over [kind01] . [kind01] is een aantal dagen geleden weggelopen (samen met 2-3 andere groepsgenoten) en sindsdien is zij vermist. Tot op heden is het onbekend waar [kind01] is en hoe het met haar gaat. Wel heeft zij kort telefonisch contact met haar moeder gehad. Eerder is [kind01] onder invloed van alcohol teruggekomen op de groep. Ook nu bestaan er vermoedens dat zij opnieuw middelen gebruikt. In december ging het goed bij Schakenbosch. [kind01] was gemotiveerd om te gaan werken en zij heeft gesolliciteerd en is aangenomen bij de Jumbo. Sinds januari laat zij echter ook weer oud gedrag zien. Er is nog geen passende vervolgplek gevonden voor [kind01] , ondanks de inspanningen van de GI. Er zijn wekelijks gesprekken met de gemeente en jeugdhulpaanbieders, maar onder andere haar alcohol- en drugsgebruik zijn een contra-indicatie voor plaatsing op een open groep.
4.2.
Namens de moeder wordt door haar advocaat ter zitting kenbaar gemaakt dat zij een verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp wenst. Ook de moeder maakt zich ernstig zorgen om [kind01] . [kind01] gebruikt weer middelen en zij kan haar vrijheden niet aan. Voorheen kon de moeder [kind01] via de telefoon traceren, maar dit is niet meer mogelijk. De moeder is overbelast en is nog niet bij [kind01] op bezoek geweest.
4.3.
Door de advocaat van [kind01] wordt ter zitting naar voren gebracht dat zij zich aan het oordeel van de kinderrechter refereert. De advocaat erkent de problematiek van [kind01] , maar de gronden voor een gesloten plaatsing zijn eigenlijk niet meer aan de orde. Er is echter geen geschikt alternatief voor de gesloten groep voorhanden en zij kan nu niet naar huis. Het ontbreken van een perspectief frustreert [kind01] enorm en gezien haar lagere IQ is het van belang dat [kind01] hier goed over wordt geïnformeerd. Daarnaast uit de advocaat haar ongenoegen over het contact dat zij met Schakenbosch heeft. Schakenbosch meent de advocaat geen informatie omtrent [kind01] te mogen verstrekken. Het is voor de advocaat van belang dat ook zij van ontwikkelingen op de hoogte wordt gesteld door Schakenbosch en dat zij niet alles via de jeugdbeschermer hoort.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat verlening van jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [kind01] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat [kind01] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
Uit de stukken en het behandelde ter zitting komt naar voren dat er nog steeds ernstige zorgen over [kind01] zijn. Zoals uit de beschikking van 11 december 2023 volgt, is [kind01] kwetsbaar en heeft zij veel begeleiding en ondersteuning nodig. Sinds [kind01] ’s verblijf bij Schakenbosch leek sprake te zijn van een positieve ontwikkeling. [kind01] ging dagelijks naar school en profiteerde van de structuur, veiligheid en duidelijkheid die haar werd geboden. Ook is [kind01] gaan solliciteren en is zij aangenomen bij de Jumbo. Sinds januari gaat het echter weer minder goed. [kind01] is een aantal dagen geleden opnieuw weggelopen van Schakenbosch en is sindsdien vermist. Ook lijkt zij weer middelen te gebruiken. Gelet hierop zijn de gronden van een gesloten plaatsing nog steeds aan de orde.
5.3.
[kind01] heeft behoefte aan duidelijke regels, grenzen en afspraken. Het is van belang dat zij hulp krijgt bij het maken van verstandige beslissingen. Het is voor [kind01] noodzakelijk dat de zorg en behandeling bij Schakenbosch voor haar gecontinueerd worden. De kinderrechter heeft eerder bij beschikking van 11 december 2023 overwogen dat het van groot belang is dat er zo snel mogelijk een passende open groep voor [kind01] gevonden wordt. Ondanks de inspanningen van de GI is dat tot op heden niet gelukt. Dat is zorgelijk. Het gebrek aan perspectief voor [kind01] is niet helpend voor haar ontwikkeling en acceptatie van het verblijf bij Schakenbosch. De kinderrechter verzoekt de GI alles op alles te blijven zetten om op zeer korte termijn een passende open groep voor [kind01] te vinden.
5.4.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de resterende periode van drie maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 14 februari 2024 tot 14 mei 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek en mr. T. van Ringelesteijn als griffier, en op schrift gesteld op 16 februari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.