Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[horecabedrijf01],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 augustus 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van [eiser01] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01], vertegenwoordigd door Koning en De Raadt B.V. incassospecialisten, en [gedaagde01], die zelf procedeert. De procedure betreft een vordering tot betaling van onbetaalde facturen en buitengerechtelijke incassokosten die voortvloeien uit een overeenkomst voor de verhuur van een beveiligingsinstallatie. De overeenkomst werd op 30 september 2019 gesloten, met een maandelijkse huurprijs van € 163,99 en een looptijd van zestig maanden. [gedaagde01] heeft echter een aantal facturen niet betaald, ondanks aanmaningen, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door [eiser01].
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] nog een bedrag van € 4.234,46 aan [eiser01] verschuldigd is, bestaande uit achterstallige betalingen en het restant van de looptijd van het contract. [gedaagde01] heeft aangevoerd dat er sprake was van een contractsovername aan mevrouw [naam03], maar de kantonrechter oordeelde dat er geen akte van contractsovername was en dat [gedaagde01] zijn betalingsverplichtingen niet kon ontlopen.
Daarnaast heeft [gedaagde01] betoogd dat [eiser01] zijn onderhoudsverplichtingen niet is nagekomen, maar de kantonrechter oordeelde dat niet is aangetoond dat de camera's niet functioneerden. De vordering van [eiser01] werd in zijn geheel toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente. De proceskosten werden eveneens aan [gedaagde01] opgelegd, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.