In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 februari 2024 uitspraak gedaan over de weigering van de schone lei voor een schuldenares die onder de schuldsaneringsregeling valt. De schuldenares had een nieuwe schuld van € 12.266,00 bij de Belastingdienst opgebouwd, die was ontstaan door te veel ontvangen toeslagen in de jaren 2020 tot en met 2023. De bewindvoerder heeft geadviseerd de schone lei te weigeren, omdat de schuldenares geen concrete en houdbare oplossing had aangedragen om deze nieuwe schuld in te lossen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, omdat zij niet tijdig de juiste informatie heeft verstrekt aan haar bewindvoerder en de Belastingdienst.