ECLI:NL:RBROT:2024:1592
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen verkeersbesluit HOV-busverbinding Rotterdam
Op 1 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen een verkeersbesluit van de gemeente Rotterdam. Dit besluit betreft de aanleg van een Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)-busverbinding tussen Rotterdam Centraal en Zuidplein, waarbij buslijn 32 wordt gewijzigd. Verzoekers, bewoners van het wooncomplex Tunnelzicht, vrezen voor trillingsschade aan hun gebouw door de nieuwe route van buslijn 32, die dicht langs hun woning zal rijden. Ze hebben alternatieve routes voorgesteld en verzochten de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het verkeersbesluit niet uitgevoerd zou worden totdat hun bezwaren zijn behandeld.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat hij geen spoedeisend belang zag dat zwaarder woog dan de belangen van de gemeente en de RET. De rechter oordeelde dat de argumenten van verzoekers, zoals de vrees voor trillingsschade en verkeersveiligheid, niet voldoende onderbouwd waren. Bovendien werd gesteld dat de werkzaamheden aan het kruispunt zonder vertraging moesten doorgaan. De voorzieningenrechter benadrukte dat de bezwaren van verzoekers in de bezwaarprocedure verder behandeld kunnen worden, maar dat de uitvoering van het verkeersbesluit niet geschorst kon worden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.