Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer M. van Enkhuizen, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening),
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker, die kampt met medische klachten en tijdelijk is ontheven van de arbeidsplicht. Verzoeker heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij hen een percentage van zijn schulden heeft voorgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met deze regeling, met uitzondering van één schuldeiser die weigerde in te stemmen. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen de belangen van de weigerende schuldeiser. De rechtbank oordeelt dat het aangeboden akkoord het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht, gezien zijn financiële situatie en medische klachten. De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure aan de weigerende schuldeiser opgelegd. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de aangeboden regeling naar verwachting gunstiger is voor de schuldeisers. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen acht dagen na uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.