Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw A.L. Vijfwinkel, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw K. Kalaf, werkzaam bij het Jongeren Perspectief Fonds (hierna: Jongerenconsulent),
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldsaneringsregeling. Verzoekster, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast van € 85.479,94, heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 2,16% aan de preferente schuldeisers en 1,13% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een traject bij het Jongeren Perspectief Fonds (JPF) is opgenomen, wat haar in staat stelt om zich te ontwikkelen en een stabiele toekomst op te bouwen. Ondanks dat één schuldeiser, [schuldeiser], niet instemde met de regeling, heeft de rechtbank geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeiser. De rechtbank heeft het verzoek om [schuldeiser] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen, en de kosten van de procedure zijn begroot op nihil. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de aangeboden regeling naar verwachting gunstiger is voor de schuldeisers. De rechtbank heeft bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, waardoor verzoekster kan voortgaan met het betalen van haar schulden.