In deze zaak heeft verzoekster op 14 december 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft op 18 januari 2024 uitspraak gedaan. Verzoekster, die onder beschermingsbewind staat, heeft aangegeven dat haar schuldenproblematiek is ontstaan door een periode van verminderde inkomsten. Haar partner heeft een nul-urencontract en is op zoek naar een fulltime baan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een bedreigende situatie is, aangezien er een vonnis tot ontruiming van de woonruimte van verzoekster was uitgesproken. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijk is dat de lopende huurtermijnen kunnen worden voldaan, mede door de recente ontwikkelingen in de werkgelegenheid van verzoekster en haar partner. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van zowel verzoekster als verweerster.