ECLI:NL:RBROT:2024:1502
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor de duur van 90 dagen
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 24 januari 2024 uitspraak gedaan over de vordering van het Openbaar Ministerie tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde. De veroordeelde, die gedetineerd is in een penitentiaire inrichting, had eerder een gevangenisstraf van zes jaren en een aanvullende straf van drie jaren en vijftien dagen opgelegd gekregen. De vordering tot uitstel werd ingediend op 2 januari 2024, waarbij het Openbaar Ministerie vroeg om een uitstel van 180 dagen, of korter tot het moment waarop de verdiepingsdiagnostiek was afgerond en een uitvoerbaar plan van aanpak voor risicobeperking was opgesteld. Tijdens de openbare zitting op 24 januari 2024 zijn zowel de officier van justitie als de raadsvrouw van de veroordeelde gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende zicht is op hoe het risico op herhaling kan worden ingeperkt, en dat er eerst verdiepingsdiagnostiek uitgevoerd moet worden voordat een plan voor voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden opgesteld. De rechtbank heeft de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling toegewezen en bepaald dat deze met 90 dagen wordt uitgesteld. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.