Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
Rotterdamop de kruising Pablo Picassostraat/Ossip Zadkinestraat, als degene die anders dan beroepshalve vuurwerk tot ontbranding heeft gebracht, opzettelijk handelingen heeft verricht waarvan hij wist en/of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat daardoor gevaren konden optreden voor mens en milieu, aangezien hij, een zwaar stuk vuurwerk (flowerbed) tot ontbranding heeft gebracht,
datwas geplaatst op straat in de directe nabijheid van woningen, terwijl meerdere personen zich tijdens dat tot ontbranding brengen op enkele meters van dat stuk vuurwerk bevonden;
Rotterdam, op de kruising Pablo Picassostraat/Ossip Zadkinestraat, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een zwaar stuk vuurwerk (flowerbed), tot ontbranding te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
5.Strafbaarheid feiten
1. overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan;
2. opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
118 (honderdachttien) dagen;
€ 150,-- (zegge: honderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer05] te betalen
€ 150,--(hoofdsom,
zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 (drie) dagen;