Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 december 2022 in Rotterdam opzettelijk een ontploffing teweegbracht. De verdachte werd beschuldigd van het veroorzaken van een explosie met een licht ontbrandbare stof, wat gemeen gevaar voor goederen en zwaar lichamelijk letsel voor omstanders met zich meebracht. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte een Cobra 6 of zwaar vuurwerk had gebruikt, en sprak de verdachte vrij van dit feit. Echter, de rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk opzettelijk een ontploffing had veroorzaakt, wat leidde tot een veroordeling voor het primair ten laste gelegde feit. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak benadrukt de onaanvaardbare veiligheidsrisico's die de verdachte had genomen door de explosie te veroorzaken in een drukke omgeving.