Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Procedure
2.Standpunten van partijen
3.Beoordeling
4.Beslissing
met ingang van 10 april 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2024 uitspraak gedaan over het verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel van de veroordeelde, die eerder was opgelegd voor een periode van twee jaar. De veroordeelde heeft in de afgelopen periode significante vooruitgang geboekt in zijn gedrag en is zich bewust van zijn valkuilen. Hij heeft geen strafbare feiten gepleegd sinds oktober 2021 en heeft diverse diploma's behaald, evenals zijn leefstijltraining afgerond. De rechtbank heeft de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel beoordeeld aan de hand van een voortgangsverslag van de Penitentiaire Inrichting Rotterdam en de verklaringen van de betrokken deskundigen. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman beëindiging bepleitten, onderbouwd met argumenten over de nadelen van de maatregel en de positieve ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank concludeert dat de ISD-maatregel niet langer noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en dat de veroordeelde voldoende gemotiveerd is om zijn leven zonder drugs en criminaliteit voort te zetten. De rechtbank heeft daarom besloten de ISD-maatregel per 10 april 2024 te beëindigen.