ECLI:NL:RBROT:2024:1417

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
10/212705-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor bedreiging van hulpverleners door verdachte met geestelijke problemen

Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 23 augustus 2023 in Rotterdam drie hulpverleners heeft bedreigd met een moersleutel, een fles en een steekvoorwerp. De verdachte, die lijdt aan een bipolaire stoornis, was ten tijde van de feiten verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zeven maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met diverse bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 171 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling en een drugsverbod. De rechtbank heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden bevolen, gezien het risico op recidive en de noodzaak voor behandeling van de verdachte. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte gelast.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/212705-23
Datum uitspraak: 13 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting verblijvende op [verblijfadres01]
,
raadsman mr. R.A.J. Verploegh, advocaat te ’s-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen en een drugsverbod;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam01] , psychiater bij Antes, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door - een moersleutel en een fles en een steekvoorwerp aan die [naam01] te tonen en vast te houden en
- met die moersleutel en/of die fles en/of dat steekvoorwerp achter die [naam01] aan te lopen/rennen en
- daarbij te schreeuwen: “Oprotten voordat ik jullie iets aandoe!”;
2
hij op 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam02] , arts/psychiater in opleiding, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door - een moersleutel en een fles en een steekvoorwerp aan die [naam02] te tonen en vast te houden en
- met die moersleutel en/of die fles en/of dat steekvoorwerp achter die [naam02] aan te lopen/rennen en
- tegen het lichaam van die [naam02] te duwen;
3
hij op 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam03] , werkzaam bij Antes, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- een moersleutel en een fles en een steekvoorwerp aan die [naam03] te tonen en vast te houden en
- die moersleutel op korte afstand van het gezicht van die [naam03] te houden en
- met die moersleutel en/of die fles en/of dat steekvoorwerp achter die [naam03] aan te lopen/rennen en
- (daarbij) te schreeuwen: “Als ik politie zie of een ambulance, pak ik jou, je familie, je moeder en je kinderen. Het is voor mij niet moeilijk om uit te zoeken waar je woont of waar je familie woont!” en “Ik kan ook in je nek steken!”.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;
2.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;
3.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bedreigen met de dood en met zware mishandeling van drie hulpverleners die bij hem langskwamen voor een onafhankelijke beoordeling van zijn geestelijke toestand. De verdachte heeft bedreigende teksten naar hen geschreeuwd en heeft hen achtervolgd met een moersleutel, een steekvoorwerp en met een fles. Dit gedrag van de verdachte heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers, die verdachte voor zijn eigen bestwil bezochten.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 10 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft op 18 december 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer in dat verdachte in de PI op een extra zorgafdeling verblijft en dit verloopt goed. Hij is ingesteld op medicatie en dat verloopt zonder problemen. Hij gebruikt Lithium, Olanzapine en Lorazepam. Over de huidige verdenking vertelt de verdachte dat hij niet meer in een dergelijke situatie terecht wil komen en dat hij daarom wil meewerken aan een hulpverleningstraject. De verdachte herkent zich in de diagnose bipolaire stoornis. Hij ziet in dat het gebruik van cannabis een luxerende factor kan zijn bij het ontstaan van manische klachten. De verdachte wil na detentie abstinent blijven van cannabis en meewerken aan een drugsverbod en middelencontrole. Hij vertelt verder dat hij zijn eerdere plek bij het begeleid wonen van Antes is kwijtgeraakt. Hij wil meewerken aan een plaatsing bij forensisch beschermd wonen. De verdachte kan zich vinden in een plaatsing in een FPA.
Reclassering Nederland heeft vervolgens nog op 29 januari 2024 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer in dat verdachte op 10 januari 2024 is geplaatst binnen FPA Fivoor Den Haag en het toezicht is opgestart. Antes is betrokken bij de verdachte. De verdachte dient vanuit de FPA door te stromen naar forensisch begeleid wonen.
Psychiater [naam04] en arts in opleiding tot psychiater [naam05] hebben op 13 november 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer in dat ten tijde van het tenlastegelegde bij de verdachte sprake was van een manisch toestandsbeeld in het kader van een bipolaire I stoornis en een stoornis in cannabisgebruik. Dit heeft zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloed. De verdachte heeft in de periode voorafgaand aan het incident besloten om te gaan blowen en zijn medicatie wisselend in te nemen. Hij is vervolgens manisch gedecompenseerd. Vanuit de manische episode vanuit de bipolaire I stoornis had de verdachte een verhoogde stemming, slaapdeprivatie en controleverlies met gestoorde impulsregulatie, waardoor hij gehandeld heeft met verbale en fysieke dreigende agressie. De deskundigen adviseren de verdachte de hem tenlastegelegde feiten, indien bewezen, verminderd toe te rekenen.
De verdachte toont verder ziektebesef en een beperkt ziekte-inzicht. Er lijkt een redelijke behandelrelatie met hem te kunnen worden opgebouwd. Hij staat ook open voor ambulante behandeling, al dan niet met een gedwongen zorgkader. Naar inzicht van de deskundigen is het van belang dat de verdachte in eerste instantie behandeld blijft worden voor zijn stoornissen. Het hebben van structuur als werk, huisvesting, onthouding van drugs en het gebruik van psychofarmaca speelt een belangrijke rol in de behandeling en het verminderen en beperkt houden van stemmingsklachten. Beschermd wonen met meer toezicht zal hierbij van toegevoegde waarde zijn, niet alleen voor de inname van medicatie, maar ook voor het bieden van meer structuur en begeleiding. Aandacht voor zijn copingsmechanisme lijkt ook passend in het reguleren van zijn stress. De deskundigen zijn van mening dat de verdachte onder behandeling kan blijven bij het FACT. Daarnaast is een intensievere woonvorm met meer begeleiding passender dan waar de verdachte nu woont. Daarbij valt ook te denken aan een forensische RIBW. Indien de verdachte daar na detentie niet direct terecht kan, zou hij ter overbrugging kunnen worden opgenomen in een opnamekliniek zoals een FPA.
De deskundigen achten een vrijwillige behandeling niet passend. Zij adviseren bovengenoemd zorgtraject, met een eventueel klinische start, te laten uitvoeren binnen de kaders van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf. Het is duidelijk dat deze stok achter de deur voor de verdachte goed werkt, omdat hij niet opnieuw door detentie zijn werk en huisvesting wil kwijtraken. De verdachte geeft zelf aan mee te zullen werken aan de behandeling, wat de uitvoerbaarheid binnen dit kader positief beïnvloedt. Geadviseerd wordt daarnaast dat de reclassering toezicht uitoefent op het traject, inclusief de benodigde urinecontroles op middelengebruik.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psychiaters gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal een onvoorwaardelijk strafdeel opleggen gelijk aan het aantal dagen dat de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Die 141 dagen vindt de rechtbank passend vanwege de ernst van de feiten en om verdachte duidelijk te maken dat zijn bedreigende gedrag echt niet kan. Verdachte weet immers dat hij dat gedrag kan voorkomen door zijn medicatie te nemen en mee te werken aan behandeling. Om dat te benadrukken legt de rechtbank daarnaast een voorwaardelijk deel van 30 dagen op. Daaraan worden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en het toezicht verbonden. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal ook de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden het toezicht bevelen. De deskundigen [naam04] en [naam05] hebben in hun rapport van 13 november 2023 gemotiveerd geconcludeerd tot een matig verhoogd risico op recidive op de korte en de middellange termijn indien betrokkene niet wordt ingebed in een ambulant gedwongen zorgkader met adequate behandeling. De rechtbank is daarom van oordeel dat er ernstig rekening mee gehouden moet worden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen schroevendraaiers en moersleutel terug te geven aan de verdachte.
8.2.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen schroevendraaiers en moersleutel zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 171 (honderdeenenzeventig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 30 (dertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde meldt zich binnen 48 uur bij GGZ Fivoor, [adres02] te [plaats02] , tel. [telefoonnummer01] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich opnemen bij FPA Fivoor Den Haag of een soortgelijke instelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname is op 10 januari 2024 reeds gestart en duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
de veroordeelde laat zich begeleiden en/of behandelen door GGZ Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan de klinische opname. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie of observatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
de veroordeelde verblijft bij Fivoor Antes Dordtsestraatweg of in een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van:
- 2 stuks gereedschap, schroevendraaier, Parkside, rood van kleur met zwarte accenten;
- 1 stuk handgereedschap, sleutel, zilverkleurig, maat 22;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.I. Beudeker, voorzitter,
en mrs. R.J.H. de Brouwer en D.L.J. Martens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam01] , psychiater bij Antes, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (meermalen)
- een moersleutel, althans een stuk gereedschap, en/of een fles en/of een steekvoorwerp aan die [naam01] te tonen en/of vast te houden en/of
- met die moersleutel, althans dat stuk gereedschap, en/of die fles en/of dat steekvoorwerp op/achter die [naam01] af/aan te lopen/rennen en/of
- (daarbij) te zeggen/schreeuwen: “Oprotten voordat ik jullie iets aandoe!”, althans woorden van gelijke (dreigende/intimiderende) aard/strekking;
2
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam02] , arts/psychiater in opleiding, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (meermalen)
- een moersleutel, althans een stuk gereedschap, en/of een fles en/of een steekvoorwerp aan die [naam02] te tonen en/of vast te houden en/of
- met die moersleutel, althans dat stuk gereedschap, en/of die fles en/of dat steekvoorwerp op/achter die [naam02] af/aan te lopen/rennen en/of
- tegen het lichaam van die [naam02] te duwen en/of
- (daarbij) te zeggen/schreeuwen: “Ik ga je in je nek steken!”, althans woorden van gelijke (dreigende/intimiderende) aard/strekking;
3
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te Rotterdam
[naam03] , werkzaam bij Antes, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (meermalen)
- een moersleutel, althans een stuk gereedschap, en/of een fles en/of een steekvoorwerp aan die [naam03] te tonen en/of vast te houden en/of
- die moersleutel op korte afstand van het gezicht van die [naam03] te houden en/of
- met die moersleutel, althans dat stuk gereedschap, en/of die fles en/of dat steekvoorwerp op/achter die [naam03] af/aan te lopen/rennen en/of
- (daarbij) te zeggen/schreeuwen: “Als ik politie zie of een ambulance, pak ik jou, je familie, je moeder en je kinderen. Het is voor mij niet moeilijk om uit te zoeken waar je woont of waar je familie woont!” en/of “Ik kan ook in je nek steken!”, althans woorden van gelijke (dreigende/intimiderende) aard/strekking.