In deze zaak vordert eiser, [eiser01], annuleringskosten van gedaagde, [gedaagde01], op basis van een aannemingsovereenkomst voor schilderwerkzaamheden aan de woning van gedaagde. De overeenkomst was gesloten voor een bedrag van € 1.715,-, waarbij partijen overeenkwamen dat bij annulering 15% van de aanneemsom in rekening zou worden gebracht. Gedaagde heeft de overeenkomst geannuleerd omdat de woning in de verkoop zou gaan. Eiser heeft vervolgens een factuur gestuurd voor de annuleringskosten van € 280,40, maar gedaagde heeft deze niet betaald. Eiser vordert in totaal € 332,23, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of de algemene voorwaarden van eiser oneerlijke bepalingen bevatten. De rechter oordeelt dat de door eiser gehanteerde annuleringsvergoeding niet oneerlijk is, omdat deze niet zodanig afwijkt van de vergoeding waar eiser recht op zou hebben op basis van de wet. Het verweer van gedaagde dat eiser in verzuim is, wordt verworpen, omdat niet is komen vast te staan dat eiser de werkzaamheden niet tijdig zou uitvoeren. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de annuleringskosten verschuldigd is, omdat hij de overeenkomst heeft opgezegd voordat de werkzaamheden zouden plaatsvinden.
De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van € 332,23, inclusief rente en proceskosten. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten worden begroot op € 316,22, en gedaagde moet deze ook betalen. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.R. Roukema op 15 februari 2024.