ECLI:NL:RBROT:2024:13799

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2024
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
684520 / HA RK 24-765
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning in civielrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2024 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. J.F. Koekebakker, had zowel een verzoekschriftprocedure als een bodemprocedure tussen dezelfde partijen toegewezen gekregen. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, is binnen de rechtbank afgesproken dat een verzoekschriftprocedure en een bodemprocedure niet door dezelfde rechter worden behandeld. Aangezien de bodemprocedure eerder was toegewezen dan de verzoekschriftprocedure, heeft de rechter verzocht zich te mogen verschonen in de verzoekschriftprocedure. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning beoordeeld en vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter subjectief niet onpartijdig was. Echter, de omstandigheden die door de rechter zijn aangevoerd, in combinatie met het feit dat de rechter zelf om verschoning heeft verzocht, gaven aanleiding tot de conclusie dat er objectief gerechtvaardigde vrees voor onpartijdigheid bestond. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor verschoningszaken Zaaknummer / rekestnummer: 684520 /
HA RK24-765
Beslissing van 23 augustus 2024
op het verzoek van:
mr. J.F. Koekebakker,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team handel en haven (hierna: de rechter), ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam verzoekster] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , verzoekster,
advocaat mr. P.K.J. van der Wal, tegen belanghebbenden
[belanghebbende 1] ,wonende te [woonplaats] ;
[belanghebbende 2]zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland;
[belanghebbende 3] en één of meer andere onderhuurdersvan de woning aan de [adres] , [postcode] te [plaats] ;
[belanghebbende 4]gevestigd te [vestigingsplaats 2] .

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Aan de rechter is toebedeeld de behandeling van het verzoekschrift van eiseres, met kenmerk C/10/682468 / KG RK 24/809. Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van verlof om het huurbeding, opgenomen in de bij het verzoekschrift overgelegde hypotheekakte, op grond van artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in te roepen tegen de hierboven genoemde belanghebbenden.
1.2.
Op 19 augustus 2024 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd. Bij brief van de rechtbank van 24 juli 2024 is de zitting in bovenvermelde zaak gepland op 27 augustus 2024 en is de rechter als behandelend voorzieningenrechter aangewezen. Bij een eerdere brief van 24 juni 2024 is de mondelinge behandeling van de bodemprocedure bepaald op 10 oktober 2024 (kenmerk C/10/677487 met [naam eiser] als eiser en [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] als gedaagden), in welke procedure de rechter ook als behandelend rechter is aangewezen. Beide procedures betreffen dezelfde partijen en in de kern ook hetzelfde geschil. Binnen de rechtbank is afgesproken om een verzoekschriftprocedure als de onderhavige en een bodemprocedure niet door dezelfde rechter te laten behandelen om elke mogelijke schijn van vooringenomenheid te voorkomen. Nu toedeling van de bodemprocedure eerder heeft plaatsgevonden dan toedeling van de verzoekschriftprocedure, verzoekt de rechter om zich te mogen verschonen in laatstgenoemde procedure.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan.dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
wijst toe het verzoek van mr. J.F. Koekebakker zich in de civielrechtelijke procedure van [naam eiseres] als eiseres (met kenmerk C/10/682468/ KG RK 24/809) te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.G.L. de Vette, voorzitter, mr. F. Aukema-Hartog en mr. G.A. Bouter-Rijksen, rechters en door de voorzitter en de griffier ondertekend op
23 augustus 2024.