ECLI:NL:RBROT:2024:13796

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
673277 / HA RK 24-105
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een kort geding procedure

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 7 februari 2024 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. J.F. Koekebakker, heeft verzocht zich te mogen verschonen in een kort geding procedure tussen eiser en gedaagden, met kenmerk 673230 KG ZA 24-107. De reden voor het verzoek tot verschoning is de persoonlijke relatie tussen de rechter en een van de gedaagden, [gedaagde 3], met wie de rechter elkaar kent vanuit hun jeugd. De ouders van de rechter zijn goed bevriend met de vader van [gedaagde 3]. Ondanks dat er de afgelopen jaren geen rechtstreeks contact is geweest, voelde de rechter zich niet vrij om de zaak te behandelen, omdat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid zou kunnen bestaan.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het verzoek tot verschoning, een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat de vrees voor onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen.

De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter mr. R.R. Roukema en de rechters mr. E. Rabbie en W.J.M. Diekman, en is ondertekend door de voorzitter en de griffier mr. V.A. Versloot.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor verschoningszaken Zaaknummer / rekestnummer : 673277 / HA RK 24-105
Beslissing van7
februari 2024
op het verzoek van:
mr. J.F. Koekebakker,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team Handel en Haven (hierna: de rechter), ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam eiser] ,
wonende te [woonplaats] , eiser,
advocaat mr. E.W.M. Rinnooy Kan, gevestigd te Rotterdam. tegen
[gedaagde 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] , gedaagde,
en
[gedaagde 2] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] gedaagde,
en
[gedaagde 3] ,wonende te [woonplaats] , gedaagde.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Aan de rechter is toebedeeld de behandeling van het kort geding tussen eiser en gedaagden voornoemd, met kenmerk 673230 KG ZA 24-107.
1.2.
Op 6 februari 2024 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd - verkort en zakelijk weergegeven-:
Een van de gedaagden is [gedaagde 3] . De heer [gedaagde 3] en de rechter kennen elkaar vanuit hun jeugd in Bleiswijk. De ouders van de rechter zijn goed bevriend met zijn vader. Hoewel de rechter de afgelopen jaren geen rechtstreeks contact met de heer [gedaagde 3] heeft gehad voelt zij zich gelet op het voorgaande niet vrij om deze zaak te behandelen, omdat in haar ogen de objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid zou kunnen bestaan.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
wijst toe het verzoek van mr. Koekebakker zich in de kort geding procedure met kenmerk 673230 KG ZA 24-107 van [naam eiser] als eiser tegen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ,
als gedaagden, te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. E. Rabbie, W.J.M. Diekman, rechters en door de voorzitter en de griffier mr. V.A. Versloot ondertekend op 7 februari 2024.