ECLI:NL:RBROT:2024:13782

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 december 2024
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
11318973 CV EXPL 24-24156
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van openstaand factuurbedrag in consumentenkoop met achteraf betaalmethode

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap Alektum Capital II AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Alektum, vorderde betaling van een openstaand factuurbedrag van € 184,45, dat voortkwam uit een consumentenkoop via een webshop. De gedaagde had artikelen besteld en gekozen voor een achteraf betaalmethode via Klarna. Na de bestelling heeft de webshop haar vordering aan Klarna overgedragen, die op haar beurt de vordering aan Alektum heeft gecedeerd. De gedaagde heeft echter betwist dat zij alle bestelde artikelen heeft ontvangen en heeft daarom een deel van de koopprijs niet betaald.

De kantonrechter heeft de vordering van Alektum afgewezen. De rechter oordeelde dat de koopprijs pas opeisbaar is na aflevering van de goederen, en dat het aan de verkoper is om te bewijzen dat de levering heeft plaatsgevonden. Aangezien Alektum niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de artikelen zijn afgeleverd, is de vordering niet toewijsbaar. Daarnaast zijn ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de hoofdsom al werd afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van Alektum, maar zijn begroot op nihil, omdat de gedaagde in persoon procedeert en geen kosten heeft gemaakt.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij consumentenkoop en de rechten van consumenten bij het gebruik van achteraf betaalmethoden. De kantonrechter heeft de zaak op basis van Nederlands recht beoordeeld, waarbij de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter werd vastgesteld op basis van het Verdrag van Lugano.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11318973 CV EXPL 24-24156
datum uitspraak: 27 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL II AG,
vestigingsplaats: Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Alektum en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 6 september 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek zowel mondeling als schriftelijk.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op de repliek en heeft ook niet om verdere aanhouding verzocht.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?
2.1.
[gedaagde] heeft op 2 november 2020 en 3 november 2020 artikelen besteld via de webshop van [naam] voor een totaalbedrag van € 244,45 inclusief verzendkosten. [gedaagde] heeft ervoor gekozen de koopprijs van de artikelen achteraf (in één keer) te betalen aan Klarna, een aanbieder van een ‘achteraf betaalmethode’. Direct na het voltooien van de koopovereenkomst heeft [naam] haar vordering op [gedaagde] aan Klarna overgedragen (door een zogeheten cessie). Klarna heeft de vordering vervolgens weer aan Alektum overgedragen. [gedaagde] heeft het factuurbedrag, ondanks aanmaning, grotendeels onbetaald gelaten. Daarom eist Alektum in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om het openstaande factuurbedrag van € 184,45 aan haar te betalen, met rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] is het niet eens met deze eis. Zij voert aan dat zij niet het gehele bedrag heeft betaald, omdat zij niet alle artikelen heeft ontvangen.
2.2.
De eis van Alektum wordt afgewezen. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
2.3.
Omdat Alektum gevestigd is in Zwitserland, heeft deze procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is om van deze vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het Verdrag van Lugano van 30 oktober 2007 (PbEU 2007, L 339/3, hierna: ‘EVEX II’). Aangezien [gedaagde] in Nederland woont, is op grond van artikel 15 en 16 van EVEX II de Nederlandse rechter bevoegd.
2.4.
Ingevolge artikel 14 lid 2 van de in deze zaak toepasselijke Verordening Rome I wordt de betrekking tussen Alektum als cessionaris en [gedaagde] als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 6 lid 1 Verordening Rome I is dat in dit geval Nederlands recht.
De vordering van Alektum wordt afgewezen
2.5.
Een koopprijs is verschuldigd bij aflevering. Dat staat in artikel 7:26 lid 2 BW. Het is de verkoper of de rechthebbende op de koopprijs die moet stellen en zo nodig moet bewijzen dat het gekochte geleverd is. De koopprijs is namelijk pas opeisbaar na levering. [gedaagde] betwist dat zij de bestelde zaken heeft ontvangen. Alektum heeft niet onderbouwd dat is geleverd, zodat de opeisbaarheid van de vordering niet is komen vast te staan. Daarom moet de vordering worden afgewezen.
Rente en buitengerechtelijke incassokosten
2.6.
Omdat de door Alektum geëiste hoofdsom wordt afgewezen, ontbreekt de grondslag voor toewijzing van de gevorderde wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten worden daarom afgewezen.
Essentiële informatieverplichtingen
2.7.
Aangezien de eis wordt afgewezen, heeft de kantonrechter niet getoetst of Alektum (althans [naam]) voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst aan de essentiële informatieverplichtingen heeft voldaan.
Alektum moet de proceskosten betalen
2.8.
De proceskosten komen voor rekening van Alektum, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Alektum aan [gedaagde] moet betalen op nihil, omdat zij in persoon procedeert en geen kosten heeft gesteld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering van Alektum af;
3.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, die aan de kant [gedaagde] worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken.
64039