ECLI:NL:RBROT:2024:13779
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag tot overname van private schulden in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, gedupeerde in de toeslagenaffaire, en de minister van Financiën. De eiser had verzocht om overname van zijn geldschulden op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De minister had eerder zijn aanvraag afgewezen met besluiten van 26 juli en 27 oktober 2022, en het bezwaar van de eiser tegen deze besluiten werd ongegrond verklaard in een besluit van 21 maart 2023. De rechtbank heeft het beroep van de eiser op 26 september 2024 behandeld.
De rechtbank overwoog dat de eiser schulden had die niet voldaan waren en die voldeden aan de voorwaarden van de Wht, maar dat de minister de overname van deze schulden terecht had afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de schulden aan [persoon A], Coderingsvrij, D&S Vastgoed en Zorgverzekeraar De Friesland niet voldeden aan de wettelijke vereisten voor overname. De rechtbank benadrukte dat de eis voor een notariële akte voor de schuld aan [persoon A] niet kon worden genegeerd, en dat de andere schulden niet voldaan waren op het moment van de aanvraag of buiten de referteperiode vielen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond, wat betekende dat hij geen gelijk kreeg en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontving. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.