ECLI:NL:RBROT:2024:13676

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2024
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
C/10/685452 / JE RK 24-1943
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling voor minderjarige vastgesteld door kinderrechter

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 november 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorgregeling voor de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) heeft verzocht om een zorgregeling vast te stellen op grond van artikel 1:265g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De ouders van de minderjarige, [naam moeder] en [naam vader], zijn als belanghebbenden aangemerkt en hebben tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2024 verklaard achter de door de GI verzochte regeling te staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zorgregeling in het belang van de minderjarige is en heeft het verzoek van de GI toegewezen. De regeling houdt in dat [voornaam minderjarige] de even weken bij de vader en de oneven weken bij de moeder verblijft, met specifieke afspraken over de wisseldagen en de vakanties. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zittingsplaats: Rotterdam
Zaakgegevens : C/10/685452 / JE RK 24-1943
datum uitspraak: 11 november 2024
beschikking vaststelling verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: de zorgregeling)
in de zaak van
De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de GI)
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
Als belanghebbende zijn aangemerkt:
  • [naam moeder] , hierna: de moeder,
  • [naam vader] , hierna: de vader,
hierna ook te noemen: de ouders.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 5 september 2024, ingekomen bij de griffie op 06 september 2024.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2024. Het verzoek is gecombineerd behandeld met het bij de rechtbank aangehouden verzoek met betrekking tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige van raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), bekend onder
zaak-/rekestnummer: C/10/674488 / JE RK 24-400. Op deze zaak is afzonderlijk beslist.
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de vader,
  • de GI, vertegenwoordigd door [persoon A] ,
  • de raad, in zijn adviserende rol, vertegenwoordigd door [persoon B] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 31 mei 2024 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 17 november 2024.
Bij beschikking van 24 mei 2024 zijn opgenomen de onderlinge regeling die partijen voor de komende maanden over de zorgregeling hebben getroffen te weten dat [voornaam minderjarige] vanaf vrijdag 10 mei 2024 bij zijn vader verblijft en dat hij om het weekend naar zijn moeder gaat.
De volgende weekenden is [voornaam minderjarige] bij zijn moeder:
- vrijdag 17 mei haalt de moeder [voornaam minderjarige] op bij de vader om 17.00 uur en zondag 19 mei 2024 haalt de vader [voornaam minderjarige] op bij de moeder om 17.00 uur;
- vrijdag 31 mei 2024 haalt de moeder [voornaam minderjarige] op bij de vader om 17.00 uur en zondag 2 juni 2024 haalt de vader [voornaam minderjarige] op bij de moeder om 17.00 uur;
- vrijdag 14 juni 2024 haalt de moeder [voornaam minderjarige] op bij de vader om 17.00 uur en zondag 16 juni haalt de vader [voornaam minderjarige] op bij de moeder om 17.00 uur;
- vrijdag 28 juni 2024 haalt de moeder [voornaam minderjarige] op bij de vader om 17.00 uur en zondag 30 juni 2024 haalt de vader [voornaam minderjarige] op bij de moeder om 17.00 uur.
De zomervakantie is als volgt verdeeld:
- [voornaam minderjarige] is bij de vader van 12 juli 2024 tot en met zondag 4 augustus 2024 te 17.00 uur;
- vanaf 4 augustus 17.00 uur tot en met vrijdag 30 augustus 2024 te 17.00 uur is [voornaam minderjarige] bij de moeder.
De weekenden ná de zomervakantie zijn als volgt verdeeld:
- vrijdag 30 augustus 2024 brengt de moeder [voornaam minderjarige] bij de vader om 17.00 uur of de vader haalt [voornaam minderjarige] om 17.00 uur op bij de moeder, in gezamenlijk overleg af te stemmen;
- vrijdag 6 september 2024 haalt de moeder [voornaam minderjarige] om 17.00 uur op bij de vader en zondag 8 september 2024 haalt de vader [voornaam minderjarige] op bij de moeder;
- vrijdag 20 september 2024 haalt de moeder [voornaam minderjarige] om 17.00 uur op bij de vader en zondag 22 september 2024 haalt de vader [voornaam minderjarige] om 17.00 uur op bij de moeder.
De verdere afspraken voor wat betreft de zorgregeling na 22 september 2024 zullen door de jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling nader worden bepaald.

Het verzoek

De rechtbank begrijpt dat de GI verzoekt om op grond van artikel 1:265g lid 1 BW de navolgende regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedtaken vast te stellen:
de reguliere zorgregeling:
- [voornaam minderjarige] verblijft de even weken bij de vader en de oneven weken bij de moeder, waarbij de wisseldag op de vrijdag is.
Als [voornaam minderjarige] naar school gaat, zal de ouder hem van school halen. Indien het geen schooldag is zal de ouder hem bij de andere ouder halen om 17.00 uur. De ouder die ophaalt belt aan bij de voordeur en wacht totdat [voornaam minderjarige] beneden is;
de regeling Kerst en Oud en Nieuw 2024:
- van 20 december 2024 tot en met 26 december 2024 te 9.00 uur verblijft [voornaam minderjarige] bij de vader;
- van 26 december 2024 te 9.00 uur tot en met 31 december 2024 te 15.00 uur verblijft [voornaam minderjarige] bij de moeder;
- met ingang van 3 januari 2025 zal de reguliere zorgregeling weer van kracht worden;
de schoolvakanties en feestdagen vanaf 2025
- deze dagen zullen worden door de ouders worden verdeeld in overleg met de jeugdbeschermer.

De beoordeling

Ingevolge artikel 1:265g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan de kinderrechter gedurende de ondertoezichtstelling op verzoek van de GI een verdeling van de zorg- en opvoedtaken wijzigen of vaststellen indien dat in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
De beide ouders hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard achter de door de GI verzochte regeling te staan. Deze regeling heeft de GI voorafgaand aan de indiening van het verzoek met de ouders besproken. Niet alleen de minderjarige wenst deze regeling graag, maar deze regeling maakt ook dat bij de ouders hun draagkracht en draaglast in balans is.
Op grond van het vorenstaande acht de kinderrechter de verzochte regeling in het belang van de minderjarige en zij wijst het verzoek dan ook toe.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt met betrekking tot [voornaam minderjarige] de navolgende zorgregeling vast:
de reguliere zorgregeling:
- [voornaam minderjarige] verblijft de even weken bij de vader en de oneven weken bij de moeder, waarbij de wisseldag op de vrijdag is.
Als [voornaam minderjarige] naar school gaat, zal de ouder hem van school halen. Indien het geen schooldag is zal de ouder hem bij de andere ouder halen om 17.00 uur. De ouder die ophaalt belt aan bij de voordeur en wacht totdat [voornaam minderjarige] beneden is;
de regeling Kerst en Oud en Nieuw 2024:
- van 20 december 2024 tot en met 26 december 2024 te 9.00 uur verblijft [voornaam minderjarige] bij de vader;
- van 26 december 2024 te 9.00 uur tot en met 31 december 2024 te 15.00 uur verblijft [voornaam minderjarige] bij de moeder;
- met ingang van 3 januari 2025 zal de reguliere zorgregeling weer van kracht worden;
de schoolvakanties en feestdagen vanaf 2025
- deze dagen zullen worden door de ouders worden verdeeld in overleg met de jeugdbeschermer;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.C.A. de Groot, kinderrechter, in tegenwoordigheid van P. Mansveld-Spierings als griffier en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.