Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde, te weten de feitelijke aanranding van de eerbaarheid en schennis, meermaals gepleegd;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
die man haar bij de tiet heeft gegrepen” en de overeenkomsten met de verklaring van aangeefster [slachtoffer01] wat betreft het tijdstip van de ontuchtige handelingen en het signalement en het gedrag van de verdachte.
den, [slachtoffer01] en [slachtoffer02] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het onverhoeds vastgrijpen
anderen, te weten
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaarworden geacht.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken;