ECLI:NL:RBROT:2024:1361

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
26 februari 2024
Zaaknummer
10-235070-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het teweegbrengen van een explosie in Rotterdam

Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het teweegbrengen van een explosie. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 10 augustus 2023 bij een horecagelegenheid in Rotterdam. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte had in de nacht van de explosie contact gehad met twee medeverdachten, maar er was onvoldoende bewijs om te concluderen dat hij betrokken was bij de explosie. De rechtbank wees op het gebrek aan bewijs, zoals het ontbreken van herkenning op camerabeelden en de zendmastgegevens die niet bevestigden dat de verdachte op de plaats delict was. De verdachte verklaarde dat hij die nacht thuis was en dat zijn contact met de medeverdachten niet betrekking had op de explosie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastelegging.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-235070-23
Datum uitspraak: 22 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2001,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
raadsman mr. Van Gestel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. Bosmans heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet daarom integraal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.1.3.
Beoordeling
Op 10 augustus 2023 heeft er om ongeveer 03:45 uur in de nacht een explosie plaatsgevonden bij de [horecagelegenheid01] , gevestigd aan de [adres02] te Rotterdam. Op camerabeelden is te zien dat bij de explosie drie in het zwart geklede mannen betrokken zijn. . Een van de mannen haalt iets uit zijn kleding en overhandigt dat aan de tweede man. Er licht iets op in de handen van de tweede man en hij legt dat voorwerp op de grond voor de [horecagelegenheid01] . Een derde man staat de gehele tijd op enige afstand van de twee andere mannen. De drie mannen rennen na de explosie weg. Een van de drie mannen wordt na een korte achtervolging door personen die getuige waren van de explosie door hen tot stand gebracht. Dit blijkt de medeverdachte, [medeverdachte01] , te zijn. Van een van de andere twee betrokkenen wordt gesteld dat dit medeverdachte [medeverdachte02] moet zijn.
De verdachte heeft vlak voor het moment van de explosie telefonisch contact gehad met beide medeverdachten. In de twintig minuten voorafgaand aan de explosie heeft hij intensief chatcontact met medeverdachte [medeverdachte01] . Hij stuurt hem onder meer de berichten ‘parkeer kk ver,’ ‘wij komen naar je toe’ en ‘we willen richting sevn rennen.’ Met medeverdachte [medeverdachte02] heeft hij ook na de explosie telefonisch contact. Verder heeft de verdachte op 5 augustus 2023 via snapchat aan een derde persoon gevraagd of hij een cobra kan regelen. Uit het dossier volgt dat de explosie tot stand is gebracht door het tot ontploffing brengen van een cobra-vuurwerkbom.
De verdachte heeft op zitting verklaard dat hij de betreffende nacht thuis was met zijn broertje en geeft aan contact te hebben gehad met medeverdachte [medeverdachte01] . Dat contact ging volgens verdachte over
snus(tabak). Hij zou hem hebben gevraagd om
snus-tabak voor hem en zijn broertje te regelen, omdat hij niet kon slapen. Verdachte stelt dat hij de medeverdachte die nacht uiteindelijk niet meer heeft gezien, omdat hij alsnog had afgezien van het ophalen van de snus. Het chatgesprek van enkele dagen eerder over een cobra zou volgens verdachte betrekking hebben gehad op een erectiepil. Verdachte heeft hiervoor ook een getuigenverklaring overgelegd van de persoon die hem deze pil zou hebben geleverd.
Hoewel het middernachtelijke telefonisch contact met de medeverdachten en het eerder verstuurde snapchatbericht grote vraagtekens oproepen bij de rechtbank, wordt het door de verdachte geschetste alternatieve scenario niet weerlegd door het dossier. Daarnaast zijn er geen andere doorslaggevende factoren in het dossier op grond waarvan de rechtbank tot de conclusie zou kunnen komen dat de verdachte een van de drie bij de explosie aanwezige mannen is. De verdachte is niet herkend op de camerabeelden en ook op basis van de zendmastgegevens van zijn telefoon kan niet zonder meer worden vastgesteld dat de verdachte op de plaats delict was.
4.1.4.
Conclusie
De ten laste gelegde feiten zijn niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en J. Groot, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 22 februari 2024.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door op/bij het rolluik van een pand, gelegen aan de [adres02] ( [horecagelegenheid01] ) een explosief, althans explosieve/brandbare substantie en/of stof(fen), tot ontsteking en/of
ontbranding en/of ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde pand en/of nabijgelegen panden en/of de in die panden aanwezige goederen en/of auto's,
te duchten was;
(Artikel art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [slachtoffer01] op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht door op/bij het rolluik van een pand, gelegen aan de [adres02] ( [horecagelegenheid01] ) een explosief, althans een explosieve/brandbare substantie en/of stof(fen), tot ontsteking en/of ontbranding en/of ontploffing te brengen,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde pand en/of nabijgelegen panden en/of de in die panden aanwezige goederen en/of auto’s, te duchten was, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 5 augustus 2023 tot en met 10 augustus 2023 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk behulpzaam is geweest bij en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- voorafgaand, tijdens en na het delict meerdere malen contact te hebben en te onderhouden met 2 van 3 voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02]
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] in een auto richting de plaats delict te rijden,
en/of
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] richting de plaats delict te lopen alwaar dat explosief is geplaatst en tot ontploffing is gebracht;
(Artikel art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, de eigenaar van het bedrijf [horecagelegenheid01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een explosief te plaatsen op, althans in de dichte nabijheid van/voor voornoemde bedrijf/pand, en aan te steken, waardoor dit explosief tot ontploffing is gebracht;
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [slachtoffer01] op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, de eigenaar van het bedrijf [horecagelegenheid01] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een explosief te plaatsen op, althans in de dichte nabijheid van/voor voornoemde bedrijf/pand, en aan te steken, waardoor dit explosief tot ontploffing is gebracht, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 5 augustus 2023 tot en met 10 augustus 2023 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk behulpzaam is geweest bij en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- voorafgaand, tijdens en na het delict meerdere malen contact te hebben en te onderhouden met voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02]
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] in een auto richting de plaats delict te rijden,
en/of
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] richting de plaats delict te lopen alwaar dat explosief is geplaatst en tot ontploffing is gebracht;
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten een bedrijfspand, gelegen aan de [adres02] ( [horecagelegenheid01] ), geheel of ten dele toebehorende aan de eigenaar van dat pand, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(Artikel art 352 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [slachtoffer01] op of omstreeks 10 augustus 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met elkaar of anderen althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten een bedrijfspand, gelegen aan de [adres02] ( [horecagelegenheid01] ), geheel of ten dele toebehorende aan de eigenaar van dat pand, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, heeft/hebben vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 5 augustus 2023 tot en met 10 augustus 2023 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk behulpzaam is geweest bij en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- voorafgaand, tijdens en na het delict meerdere malen contact te hebben en te onderhouden met voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02]
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] in een auto richting de plaats delict te rijden,
en/of
- met die voornoemde [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] richting de plaats delict te lopen alwaar dat explosief is geplaatst en tot ontploffing is gebracht;
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 352 Wetboek van Strafrecht)