Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2024, met bijlagen 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 12 februari 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 19 februari 2024 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die na hun echtscheiding nog samen eigenaar zijn van een woning. De vrouw, die met haar nieuwe vriend een andere woning wil kopen, eist dat de man zijn medewerking verleent aan de verkoop van de gezamenlijke woning. De man is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 12 februari 2024, waardoor de voorzieningenrechter verstek verleent tegen hem. De vrouw heeft haar eis grotendeels toegewezen gekregen, met uitzondering van enkele declaratoire eisen en de eis tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten, die zijn afgewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de man binnen twee weken na betekening van het vonnis moet meewerken aan de verkoop van de woning, met een dwangsom van € 100 per dag voor het geval hij hier niet aan voldoet. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.