Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2024, met producties 1 t/m 3,
- de conclusie van antwoord tevens vordering in reconventie, met producties 1 t/m 10,
- de akte vermeerdering eis, tevens houdende overlegging producties van de man, met producties 4 en 5,
- de reactie op antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie van de man,
- de akte vermeerdering eis, wijziging eis van de vrouw.
2.De feiten
3.Het geschil
birdnesting-regeling wordt voortgezet tot aan de levering van de woning,
birdnesting-regeling wordt voortgezet tot aan de levering van de woning,
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Partijen zullen de details in dat geval samen uitwerken.”De termijn van twee maanden is inmiddels verstreken. Dat betekent dat de woning aan een derde moet worden verkocht. Voor zover de man dat (inmiddels) tot uitgangspunt neemt is dat juist, maar de man heeft zich van de afspraak dat partijen de details van de verkoop samen moeten uitwerken in zijn vordering geen rekenschap gegeven. De man vordert immers (uitsluitend) medewerking door de vrouw aan de verkoop en levering van de woning, op door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden. Uit de nadere toelichting ter zitting blijkt dat partijen nog geen begin hebben gemaakt met het overleg over die details waartoe zij zich hebben verplicht. Het is dus prematuur om nu aan de voorzieningenrechter te vragen om die voorwaarden vast te stellen.
birdnesting-regeling, waarbij de man en de vrouw om de week met [minderjarige] (en de jongmeerderjarige) in de woning verblijven, wordt voortgezet tot aan de levering van de woning. Deze vordering wordt afgewezen vanwege het ontbreken van een belang. Partijen zijn immers overeengekomen (zie artikel 1.5. in het proces-verbaal) dat zij tot aan de overdracht van de woning voor [minderjarige]
birdnestingzullen toepassen. Gesteld noch gebleken is dat de vrouw zich niet aan deze afspraak houdt.
birdnesting-regeling volgens haar niet werkbaar is gebleken. De vordering wordt afgewezen. De vrouw heeft niet voldoende toegelicht waarom de
birdnesting-regeling onwerkbaar is . Ook heeft zij haar stelling dat [minderjarige] enorm last heeft van de afwezigheid van de vrouw in huis en dat hij de agressieve houding van zijn vader vreest onvoldoende onderbouwd. De stelling dat [minderjarige] de agressieve houding van zijn vader vreest staat bovendien haaks op de verklaring van de vrouw ter zitting dat [minderjarige] zijn vader graag om het weekend wil zien.