ECLI:NL:RBROT:2024:13572

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
C/10/676863 / FA RK 24-2641
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mediation en gezag over minderjarigen in familiezaken

Op 31 oktober 2024 vond er een mondelinge behandeling plaats in de Rechtbank Rotterdam, enkelvoudige kamer, onder leiding van rechter en kinderrechter mr. H.C.A. de Groot. De zaak betreft een geschil tussen een vrouw en een man over het gezag en de zorgregeling voor hun minderjarige kinderen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. van Baaren, verzoekt om het gezag over de minderjarigen alleen aan haar toe te kennen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Apistola, voert gemotiveerd verweer. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de communicatie tussen de partijen te wensen overlaat, wat leidt tot misverstanden. De man wenst contact met de kinderen, maar de vrouw is bereid om dit ook toe te staan, mits de afspraken door de man worden nagekomen. Er zijn zorgen over de communicatie en de informatie-uitwisseling tussen de ouders, wat invloed heeft op de zorg voor de kinderen. Beide partijen hebben aangegeven open te staan voor mediation om de communicatie te verbeteren en tot afspraken te komen. De rechtbank heeft besloten de beslissing aan te houden tot 1 februari 2025, in afwachting van de uitkomsten van de mediation. Partijen zijn verzocht om de rechtbank voor deze datum schriftelijk te informeren over de voortgang en hun verdere wensen in de procedure.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team familie
Zaak- / rekestnummer: C/10/676863 / FA RK 24-2641

(Extract) proces-verbaal van de zitting

Verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling met gesloten deuren van de rechtbank te Rotterdam, enkelvoudige kamer, gehouden op 31 oktober 2024.
Tegenwoordig:
mr. H.C.A. de Groot rechter, tevens kinderrechter,
en P. Mansveld-Spierings, griffier.
De rechtbank gaat over tot de behandeling van de zaak van:

[naam vrouw] , verder te noemen de vrouw,

wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. L. van Baaren te Rotterdam,
en

[naam man] , verder te noemen de man,

wonende [woonplaats] ,
advocaat mr. A. Apistola te Zwijndrecht.
Deze zaak betreft de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] geboren op [geboortedatum 1] 2018 te [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] geboren op [geboortedatum 2] 2016 te [geboorteplaats 2] .
Na uitroeping van de zaak zijn verschenen:
  • partijen en advocaten voornoemd;
  • de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam] .
De vrouw verzoekt te bepalen dat het gezag over de minderjarigen alleen aan haar toekomt.
De man voert gemotiveerd verweer.
Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de communicatie tussen partijen te wensen over laat. Partijen communiceren niet duidelijk naar elkaar toe, hetgeen tot misverstanden leidt. De man wil graag contact met de minderjarigen en dat wil de vrouw ook, mits de afspraken door de man nauwgezet worden nagekomen hetgeen tot nu toe vaak niet het geval was. In de communicatie tussen partijen zit veel ruis en ook de informatie naar elkaar toe loopt niet goed. De vrouw loopt er tegen aan dat bepaalde behandelingen voor de minderjarigen niet kunnen worden gestart omdat de man een andere visie heeft en niet geheel op de hoogte is van het belang van deze behandelingen.
Partijen zijn over en weer wel bereid om hierover in gesprek te gaan onder begeleiding van bijvoorbeeld een mediatior en hebben tijdens de mondelinge behandeling aangegeven gebruik te willen maken van de mogelijkheid van mediation naast rechtspraak.
De rechtbank zal in afwachting van het resultaat hiervan de beslissing op aanhouden tot
1 februari 2025 pro forma, met het verzoek aan partijen om de rechtbank tegen voornoemde datum schriftelijk te berichten over de laatste stand van zaken en de verdere processuele wensen.
Waarvan proces-verbaal.