Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd in het over de verdachte opgemaakte rapport van 30 mei 2024, en dadelijke uitvoerbaarverklaring van deze bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
seksueel binnendringendoordat hij heeft verklaard dat hij met zijn vinger over de blote clitoris van het slachtoffer heeft gewreven. Die handeling levert al seksueel binnendringen op als bedoeld in artikel 244 (oud) Sr. Dit feit zal bewezen worden verklaard.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het naar beneden doen dan wel trekken van de broek en onderbroek van het slachtoffer.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De verdachte was de buurman van [slachtoffer] en haar moeder. Zij kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer. Op die bewuste dag paste de verdachte even op [slachtoffer] terwijl haar moeder een boodschap deed.
[slachtoffer] was naar de wc geweest en stond daarna met haar onderbroek naar beneden voor de verdachte. De verdachte heeft toen haar billen en rug, en haar ontblote clitoris betast en zijn tong tegen haar tong te gehouden. De verdachte heeft daarmee misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [slachtoffer] zich bevond en de vertrouwensrelatie die hij had met [slachtoffer] en haar moeder. Hij heeft de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] ernstig aangetast. Het is algemeen bekend dat dit soort feiten langdurige negatieve gevolgen kunnen hebben voor de psychische, emotionele en seksuele ontwikkeling van jonge slachtoffers. Uit de slachtofferverklaring, voorgedragen ter terechtzitting, blijkt dat het feit veel impact op [slachtoffer] heeft gehad en de gevolgen hiervan nog steeds merkbaar zijn.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden,
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
€ 5.030,- (zegge: vijfduizend dertig euro), bestaande uit € 30,- aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [vertegenwoordiger] als wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer] te betalen
€ 5.030,- (hoofdsom, zegge: vijfduizend dertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;