Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- Vrijspraak van het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 ten laste gelegde, met uitzondering van dat onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op een relingbeschermer;
- ontslag van alle rechtsvervolging van de verdachte, omdat de feiten hem als gevolg van een stoornis niet kunnen worden toegerekend.
4.Waardering van het bewijs
hij op 6 augustus 2024 te Rotterdam ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer]
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
die [slachtoffer] in de rug heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 6 augustus 2024 te Rotterdam ,
opzettelijk en wederrechtelijk
een ruit en een fiets die
aan [slachtoffer] toebehoorden heeft
vernield
enbeschadigd.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
De intelligentie van de verdachte wordt geschat op (beneden)gemiddeld, maar de verdachte heeft niet willen meewerken aan een intelligentie-onderzoek. De verdachte wilde ook niet meewerken aan afname van het Diagnostisch Interview voor ADHD bij volwassenen. De verdachte heeft duidelijk gemaakt dat er in het verleden sprake was van (ernstige) middelenproblematiek die al langdurig in remissie is. In de huidige klinische presentatie staan de paranoïde denkpatronen en ADHD-symptomen zo op de voorgrond dat er betrekkelijk weinig zicht is verkregen op de (onderliggende) persoonlijkheid van de verdachte, die bovendien naar verwachting gekleurd zal zijn door de lange verslavingsgeschiedenis.
“Nadat aangever in het water gesprongen was, heb ik nog even dat raam eruit geslagen en 2 fietsbanden lek geprikt. Toen ben ik naar huis gegaan. Ik voelde me heerlijk. Die prik had niet gehoeven, dat hij in het water viel wel.”Op de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij bij aangever verhaal ging halen omdat de aangever in het buurthuis negatief over de verdachte zou hebben gesproken. De verdachte heeft ook verklaard dat hij de aangever niet met een mes had moeten steken en dat hij daar spijt van heeft. Ook heeft de verdachte desgevraagd verklaard dat het steken van de aangever uiteraard niet gerechtvaardigd was, maar dat de aangever wel een hamer had gepakt. Tenslotte heeft hij verklaard dat hij vond dat de door hem bij de aangever toegebrachte verwonding wel meeviel.
7.Motivering straf en maatregel
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
groot 1 (één) maandniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 jaren;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaarden:
van rechtswege de volgende voorwaardenzijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van 2 (twee) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: een mes van het merk ‘Smith & Wesson’, in beslaggenomen onder goednummer [nummer] ;
€ 4.045,50(zegge: vierduizend vijfenveertig euro en vijftig eurocent), bestaande uit € 1.045,50 aan materiële schade en € 3.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 4.045,50(hoofdsom, zegge: vierduizend vijfenveertig euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 dagen;
hij op of omstreeks 6 augustus 2024 te Rotterdam ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer]
opzettelijk
van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
die [slachtoffer] (meermalen) in de rug heeft gestoken/gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 6 augustus 2024 te Rotterdam ,
opzettelijk en wederrechtelijk
een ruit en/of een fiets en/of een railingbeschermer, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.