4.1.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte rechtspersoon het onder 1 tot en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
[verdachte rechtspersoon] B.V., op tijdstippen in of omstreeks 13 april 2020
tot en met 30 januari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen
(telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in
de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (digitale) aangiften voor de omzetbelasting ten name van
- [bedrijf 1] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 2] B.V. over het tweede kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 3] B.V. over het derde kwartaal van 2020 (en
- [bedrijf 4] B.V. over het eerste kwartaal van 2020
en/of het tweede kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 5] B.V. over het eerste kwartaal van 2020
en
- [bedrijf 6] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 7] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 8] B.V. over het vierde kwartaal van 2020
(telkens) onjuist heeft gedaan, door (telkens) op de ingediende aangiften omzetbelasting een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en/of voorbelasting en/of een onjuist bedrag voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven
terwijl die feiten (telkens) ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven;
2.
[verdachte rechtspersoon] B.V. op tijdstippen op of omstreeks 29 april 2019 tot en met 14 mei 2021 in Nederland, meermalen, geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a. a) een suppletieaangifte over het jaar 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V.
en
b) een suppletieaangifte over het jaar 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V.
en
c) een Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) aanvraag over het eerste kwartaal van
2021 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V. en
d) een aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon]
B.V.
valselijk heeft opgemaakt, immers heeft zij, verdachte, (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk
weergeven - vermeld :
ad a) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en omzet € 10.987.542,-
bedroegen en dat de (verschuldigde) omzetbelasting/voorbelasting € 2.307.384,- bedroeg en
ad b) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en omzet € 10.987.542,-
bedroegen en dat de (verschuldigde) omzetbelasting/voorbelasting € 2.307.384,- bedroeg (en)/of de afdrukdatum 14 maart 2020 betreft
ad c) dat de omzet over het eerste kwartaal van 2019 € 1.679.421,- bedroeg en dat
de aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten naar waarheid is ingevuld en
ad d) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en omzet € 1.679.421,-
bedroegen en de omzetbelasting € 352.678,- bedroeg en de voorbelasting € 8.674,- bedroeg en de aangifte op 29 april 2019 was verzonden
zulks (telkens) met het oogmerk om voormelde geschriften als echt en onvervalst
te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
3.
[verdachte rechtspersoon] B.V. op tijdstippen op of omstreeks 14 mei 2021 in Nederland,
meermalen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften
die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, doordat zij
a. a) een suppletieaangifte over het jaar 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V.
en
b) een suppletieaangifte over het jaar 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V.
en
c) een Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) aanvraag over het eerste kwartaal van
2021 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V. en
d) een aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon]
B.V.
heeft opgestuurd naar de Belastingdienst en/of de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
bestaande die valsheid (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid -
zakelijk weergeven - was vermeld
ad a) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en omzet € 10.987.542,-
bedroegen en dat de (verschuldigde) omzetbelasting/voorbelasting € 2.307.384,- bedroeg en
ad b) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en omzet € 10.987.542,-
bedroegen en dat de (verschuldigde) omzetbelasting/voorbelasting € 2.307.384,- bedroeg en de afdrukdatum 14 maart 2020 betreft
ad c) dat de omzet over het eerste kwartaal van 2019 € 1.679.421,- bedroeg en dat
de aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten naar waarheid is ingevuld en
ad d) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en/of omzet € 1.679.421,-
bedroegen en de omzetbelasting € 352.678,- bedroeg en de voorbelasting
€ 8.674,- bedroeg en de aangifte op 29 april 2019 was verzonden;
4.
[verdachte rechtspersoon] B.V. op tijdstippen op of omstreeks 18 januari 2020 tot en met 6 december 2020 in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a. a) een aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) over het vierde kwartaal van
2020 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V. en
valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft zij, verdachte, valselijk -
immers opzettelijk in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk
weergeven - vermeld:
ad a) dat de omzet over het vierde kwartaal van 2019 € 1.351.093,- bedroeg en de
aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld en/of
zulks met het oogmerk om voormeld geschrift als echt en onvervalst
te gebruiken;
5.
[verdachte rechtspersoon] B.V. op of omstreeks 6 december 2020 in Nederland,
meermalen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, doordat zij
a. a) een aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) over het vierde kwartaal van
2020 ten name van [verdachte rechtspersoon] B.V. en
b) een aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2019 ten name van [verdachte rechtspersoon]
B.V. en
c) een BUNQ-transactieoverzicht van [verdachte rechtspersoon] B.V.
heeft opgestuurd naar de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
bestaande die valsheid (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid -
zakelijk weergeven - was vermeld
ad a) dat de omzet over het vierde kwartaal van 2019 € 1.351.093,- bedroeg en de
aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld en
ad b) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en/of omzet € 1.351.093,-
bedroegen en de omzetbelasting € 283.729,- bedroeg en de voorbelasting
€ 205.266,- bedroeg en het totaal aan te betalen omzetbelasting € 78.463,- bedroeg
en
ad c) er op 18 januari 2020 een overboeking van € 78.463,- aan de Belastingdienst
heeft plaatsgevonden en op 18 januari 2018 een overboeking aan de
Belastingdienst met omschrijving [omschrijving] heeft plaatsgevonden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte rechtspersoon moet daarvan worden vrijgesproken.