Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde, voor wat betreft het voorhanden hebben van een pistool van het merk FN en het voorhanden hebben van meerdere kogelpatronen die voor dit wapen geschikt zijn;
- bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2, derde lid, van het Vuurwerkbesluit), opzettelijk begaan.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- dat de verdachte zich zal houden aan een meldplicht bij Reclassering Nederland te Rotterdam. Hij zal zich op afspraken melden, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat de verdachte zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De verdachte zal worden aangemeld via IFZO en zodra er een passende zorginstelling is gevonden plant de reclassering een intake en kijkt naar mogelijkheden. Zodra dit positief doorlopen is zal er gekeken worden naar een geschikte (woon)plek voor de verdachte. Het mogelijke verblijf start zodra er een passende plek voor hem is gevonden. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;