In deze zaak heeft verzoeker, die failliet was verklaard op 28 februari 2023, een verzoekschrift ingediend tot opheffing van zijn faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De behandeling van het verzoek vond plaats op 30 september 2024. De curator, mr. F. el Houzi, heeft positief geadviseerd over de omzetting naar de schuldsaneringsregeling, omdat verzoeker zich voldoende heeft ingespannen en er geen sprake is van kwade trouw bij het ontstaan van de schulden. Verzoeker had eerder een WSNP-verzoek ingediend, maar dit was afgewezen omdat er onzekerheid bestond over nieuwe schulden uit het faillissement.
De rechtbank heeft beoordeeld of verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek op basis van artikel 15b van de Faillissementswet. Aangezien het faillissement niet op eigen aangifte was uitgesproken en verzoeker binnen de termijn van artikel 3, eerste lid, Fw een WSNP-verzoek had ingediend, is hij ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen gronden waren voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft zijn verplichtingen tijdens het faillissement nagekomen en heeft een fulltime baan.
De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, het faillissement opgeheven en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op de datum van het vonnis, omdat er geen ruimte was voor een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft ook het salaris van de curator en de verschotten vastgesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 oktober 2024.