In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een incident in het kader van een civiele procedure tussen Eiltank 65 GmbH & Co KG en twee gedaagden, [persoon A] en [persoon B]. Eiltank, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.R. de Graaf, vorderde in het incident de afgifte van (kopieën van) originele Tresco-data van het schip Eiltank 65, dat betrokken was bij een aanvaring op 7 januari 2023. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. van de Velde, hebben deze vordering betwist. De rechtbank heeft eerder op 11 september 2024 een tussenvonnis gewezen waarin de zaak naar de rol werd verwezen voor uitlating door Eiltank over nieuwe stellingen van de gedaagden met betrekking tot de Tresco-data.
Eiltank heeft in haar akte gereageerd op deze stellingen en aangegeven dat er ten tijde van de aanvaring geen Tresco-systeem aan boord was, maar een Periscalkaartsysteem. Dit werd bevestigd door een schriftelijke verklaring van de heer [persoon C] van Concentus Shipping AG, die het schip exploiteerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat Eiltank niet in het bezit is van de gevorderde data en dat deze ook niet onder haar berusting zijn. De rechtbank heeft de vordering van Eiltank afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing in het incident werd op 30 oktober 2024 openbaar uitgesproken door mr. D.L. Spierings.