Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam in een beschikking het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] beëindigd. De zaak werd behandeld in het kader van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, die de beëindiging van het gezag verzocht en de benoeming van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond als voogd. De rechtbank oordeelde dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig werd bedreigd door de situatie bij de moeder, die niet in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen. De kinderen verblijven momenteel bij hun grootouders, die ook pleegouders zijn, en hebben geen contact met de moeder. De kinderrechter concludeerde dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was om het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.