In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Westblaak C.V. en Phonekliniek B.V. Westblaak, de verhuurder, heeft een verzoek ingediend om Phonekliniek, de huurder, te veroordelen tot medewerking aan renovatiewerkzaamheden aan de gehuurde winkelruimtes. Westblaak is voornemens het gebouw te herontwikkelen door kantoorruimtes om te vormen tot appartementen en heeft werkzaamheden nodig in de winkel van Phonekliniek, waaronder het aanbrengen van een noodtrap. Phonekliniek heeft zich verzet tegen deze werkzaamheden en eist een verbod voor Westblaak om deze uit te voeren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Westblaak een spoedeisend belang heeft bij de uitvoering van de werkzaamheden en dat het voorstel van Westblaak redelijk is. De rechter heeft de eis van Westblaak toegewezen en de tegeneis van Phonekliniek afgewezen. Phonekliniek is veroordeeld om mee te werken aan de werkzaamheden, met een dwangsom van € 20.000 per dag voor iedere dag dat zij in gebreke blijft. Tevens is Phonekliniek veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.346. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.