Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (poging zware mishandeling);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 36 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd in het over de verdachte opgemaakte rapport van 6 augustus 2024;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10.074963.22.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering tenuitvoerlegging 10-074963-22
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen,
36 (zesendertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
aan zijn vader [slachtoffer] tot wie hij, verdachte, in familierechtelijke betrekking staat opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meer lange snijwond(en) in/op de wang en/of het achterhoofd, heeft toegebracht door met een aardappelschilmesje, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te snijden/te steken in de wang en/of het achterhoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] ;
aan zijn vader [slachtoffer] tot wie hij, verdachte, in familierechtelijke betrekking staat opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met een aardappelschilmesje, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gesneden/gestoken in de wang en/of het achterhoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;