Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van Verstegen (ontvangen op 21 oktober 2024), met producties;
- het verweerschrift, tevens houdend voorwaardelijk tegenverzoek en zelfstandig tegenverzoek;
- de aanvullende producties van beide partijen;
- de spreekaantekeningen van mr. Kloot;
- de aantekeningen van mr. Jansse.
2.De kern van de zaak
3.Het verzoek en de beoordeling daarvan
Redelijke grond
Wij kunnen geen deskundigenoordeel geven. (…) Uw werknemer heeft ook niet gereageerd op het per post aangetekende verzoek om contact met UWV op te nemen. Hierdoor is wederhoor niet mogelijk geweest en hebben wij onvoldoende informatie. Omdat uw werknemer niet verplicht is om mee te werken, kunnen wij op dit moment geen oordeel geven.”
ernstigverwijtbaar moet worden aangemerkt [8] .
Nadat Verstegen het verzoek tot ontbinding had aangekondigd, stuurde [verweerder] in september 2024 de hiervoor genoemde brief, waarin hij zelf diagnoses stelt die niet door verklaringen van een arts worden onderbouwd. Verder contact was wederom onmogelijk. Ook een zieke kan de telefoon opnemen of -eventueel later- een berichtje sturen waarom dit niet mogelijk is. Op deze manier is het voor Verstegen onmogelijk gemaakt om een re-integratietraject naar behoren uit te voeren.