ECLI:NL:RBROT:2024:13435

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
10/103705-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging.

Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, geboren in 2005, die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. I. van Baaren, werd beschuldigd van het afnemen van verschillende goederen van een slachtoffer, waaronder een telefoon, Airpods, sleutels en kleding, terwijl hij en zijn medeverdachten geweld gebruikten en het slachtoffer bedreigden met een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en heeft geoordeeld dat het bewezen is dat hij op 3 december 2023, samen met anderen, het slachtoffer heeft beroofd in Rotterdam en Turkije. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had en spijt toonde voor zijn daden. De rechtbank heeft besloten om een jeugddetentie van 32 dagen op te leggen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en daarnaast een werkstraf van 80 uur. De proeftijd is vastgesteld op twee jaar, met de algemene voorwaarde dat de verdachte zich niet schuldig maakt aan nieuwe strafbare feiten. De rechtbank heeft benadrukt dat het gedrag van de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, en dat dergelijk gedrag niet getolereerd kan worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/103705-24
Datum uitspraak: 9 december 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. I. van Baaren, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 9 december 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L. Verhoeven heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 32 dagen, met aftrek
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 3 december 2023 te Rotterdam, en in
Turkije, tezamen en in vereniging met anderen,
- een telefoon en
- Airpods en
- sleutels en
- een ID-kaart en
- een OV-chipkaart en
- een jas en een trui en een broek en een paar schoenen,
die aan [slachtoffer] , toebehoorden heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan
envergezeld van geweld en
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een arm om de nek van die [slachtoffer] te slaan endaarbij de woorden toe te
voegen: "Hoe is het nog verder? Vorige keer was je weggelopen. Dit keer gaat het je
niet lukken om weg te rennen. Als je mensen om hulp roept gaan wij je nog erger
slaan", en
- die [slachtoffer] bij de nek en de handen en de jas en de rug vast te
pakken en vervolgens die [slachtoffer] mee te nemen naar het Zuiderpark en
- die [slachtoffer] meermalen, tegen het lichaam te slaan en
- die [slachtoffer] tegen het lichaam te schoppen en- middels videobellen die [slachtoffer] een vuurwapen, te tonen en daarbij de woorden toe te voegen: "Als je naar
iemand gaat, de politie of wie dan ook. Dan ga je dood", en
- de kleding van die [slachtoffer] uit te trekken en die [slachtoffer] opdracht te geven om zijn
kleding uit te trekken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op zeventienjarige leeftijd samen met anderen schuldig gemaakt aan een straatroof. De verdachten hebben zich online voorgedaan als een minderjarig meisje en een afspraak met het meerderjarige slachtoffer gemaakt met de reden om hem hierop aan te spreken. Op klaarlichte dag is het slachtoffer op straat op een dreigende toon aangesproken, vastgehouden en meegenomen naar het Zuiderpark. Het slachtoffer moest mee de bosjes inlopen, terwijl hij niet wist wat er zou gaan gebeuren. De verdachten hebben daar meerdere flinke klappen en schoppen uitgedeeld. Ook werd het slachtoffer door een medeverdachte, die zich op dat moment in Turkije bevond, via de telefoon bedreigd door het tonen van een vuurwapen. Vervolgens hebben de verdachten het slachtoffer gedwongen zich uit te kleden, zijn waardevolle spullen afgenomen en het slachtoffer in hulpeloze toestand in ondergoed en dunne broek achtergelaten. Nadat de verdachten zijn weggegaan, is het slachtoffer zonder bovenkleding en schoenen teruggelopen naar de bewoonde wereld en heeft hij daar om hulp gevraagd.
De rechtbank stelt voorop dat ook al zou iemand op een verkeerde manier bezig zijn (geweest) het nooit de bedoeling is dat anderen hem daarop wijzen - en dat hem laten voelen - door die persoon te gaan slaan, te bedreigen en/of zijn spullen af te nemen. Het is niet aan de verdachte om op deze manier eventuele misstanden aan te pakken. Van de verdachte had mogen worden verwacht dat hij beter had nagedacht.
Met dit gedrag heeft de verdachte laten zien geen respect te hebben voor de eigendommen van het slachtoffer en heeft hij met zijn mededaders een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en diens lichamelijke integriteit. Het slachtoffer is enorm vernederd en moet ontzettend bang zijn geweest. De rechtbank neemt dit de verdachte erg kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 november 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft twee rapporten over de verdachte gemaakt, gedateerd 13 mei 2024 en 4 december 2024. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
De verdachte is een first offender. Hij heeft spijt van zijn gedrag. Er zijn overwegend positieve factoren aanwezig. Het gaat goed in de thuissituatie, hij heeft zijn mbo niveau 2 diploma in de logistiek behaald en werkt momenteel fulltime. Ook gaat hij regelmatig naar de sportschool. De situatie van de verdachte is stabiel. Er is een laag risico op herhaling. De verdachte staat open voor hulpverlenende gesprekken en wil zijn houding verbeteren. De afgelopen periode heeft de verdachte zich goed aan de schorsingsvoorwaarden gehouden. Begeleiding door de jeugdreclassering is nu niet meer nodig. De Raad adviseert een werkstraf op te leggen.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 2 december 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte heeft aangegeven onvoldoende nagedacht te hebben over zijn gedrag en heeft spijt van wat hij heeft gedaan. Het gaat goed met de verdachte. Er wordt geen meerwaarde meer gezien in verdere begeleiding door de jeugdreclassering. De jeugdreclassering adviseert een werkstraf op te leggen.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter zitting verteld dat de verdachte een goed gezinssysteem achter zich heeft en niet verwacht wordt dat er nog een keer zoiets zal gebeuren.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat ter zitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de bepaling van de strafmodaliteit en de duur van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de door de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en het uitgangspunt daarbij is - bij iemand die niet eerder is veroordeeld - dat een werkstraf passend wordt geacht. De verdachte is niet eerder veroordeeld en dit weegt dan ook niet in zijn nadeel mee. In deze zaak hebben echter meerdere strafverzwarende omstandigheden een rol gespeeld, zoals bedreiging met een vuurwapen, het gebruik van fysiek geweld, het gegeven dat de verdachte op dat moment bijna de meerjarige leeftijd had - en dus geen jonge minderjarige meer was - alsook het enorm vernederende karakter van de handelingen van de verdachte en zijn mededaders. De rechtbank is daarom met de officier van justitie van oordeel dat gelet op de ernst van het feit niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een (grotendeels) voorwaardelijke jeugddetentie. Het voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 80 uren opleggen. De rechtbank acht het passend dat de verdachte merkt dat zijn negatieve gedrag ook op die wijze gevolgen voor hem heeft.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 32 (tweeëndertig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van hierna te melden voorwaarde;
stelt de proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
bepaalt dat de vervangende jeugddetentie ten uitvoer kan worden gelegd als vervangende hechtenis, nu de veroordeelde bij aanvang van de eventuele tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S. Riege, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A. Verweij en A. Wolthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 december 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 3 december 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of in
Turkije,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een telefoon en/of
- Airpods en/of
- sleutels en/of
- een ID-kaart en/of
- een OV-chipkaart en/of
- een jas en/of een trui en/of een broek en/of een paar schoenen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een arm om de nek van die [slachtoffer] te slaan en/of (daarbij) de woorden toe te
voegen: "Hoe is het nog verder? Vorige keer was je weggelopen. Dit keer gaat het je
niet lukken om weg te rennen. Als je mensen om hulp roept gaan wij je nog erger
slaan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] bij de nek en/of de handen/armen en/of de jas en/of de rug vast te
pakken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] mee te nemen naar het Zuiderpark en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam te stompen/slaan en/of
- die [slachtoffer] tegen het lichaam te trappen/schoppen en/of
- (middels videobellen) die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen
lijkend voorwerp, te tonen en/of (daarbij) de woorden toe te voegen: "Als je naar
iemand gaat, de politie of wie dan ook. Dan ga je dood", althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de kleding van die [slachtoffer] uit te trekken en/of die [slachtoffer] opdracht te geven om zijn
kleding uit te trekken.