ECLI:NL:RBROT:2024:13434

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
10/094522-24/ TUL: 02/057129-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in 2007, is beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging. De feiten vonden plaats op 15 maart 2024 in Schiedam, waar de verdachte samen met anderen het slachtoffer, een medebewoner van een begeleid wonen woning, heeft overvallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft bedreigd en gedwongen om een bedrag van € 700,- te betalen, terwijl hij zijn persoonlijke bezittingen, waaronder een iPhone 14, heeft weggenomen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging en heeft een jeugddetentie van 61 dagen opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk is. Daarnaast is er een leerstraf van 40 uur opgelegd, met bijzondere voorwaarden zoals begeleiding door de jeugdreclassering en deelname aan een diagnostisch onderzoek. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf behandeld, waarbij de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft de straffen gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/094522-24
Parketnummer vordering TUL: 02/057129-23
Datum uitspraak: 19 december 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2007,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. L.A.E. Timmer, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 9 december 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L. Verhoeven heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde (met uitzondering van het gebruik van een mes);
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 91 dagen, met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf So-Cool Regulier, voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 15 maart 2024 te Schiedam, tezamen en in vereniging met anderen,
schoeisel en een jas en een iPhone 14,
die aan [slachtoffer] , toebehoorden heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan
envergezeld van geweld en bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, door:
- die [slachtoffer] zijn kamer van een begeleid wonen woning in te duwen en
- - te stoeien met die [slachtoffer] en te duwen tegen het lichaam
van die [slachtoffer] en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen: "je moet 700 euro betalen en als je niet kan betalen gaan
er dingen mee met ons" althans woorden van gelijke
aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op zestienjarige leeftijd samen met anderen schuldig gemaakt aan een overval in een begeleid woonvoorziening van [naam instelling] in Schiedam. Nadat het zeventienjarige slachtoffer de deur van zijn kamer had geopend, is hij terug zijn kamer ingeduwd. De verdachten hebben op dreigende toon tegen het slachtoffer gezegd dat hij direct een bedrag van € 700,- moest betalen, omdat er een schuld vereffend zou moeten worden. Toen het slachtoffer niet betaalde, hebben de daders zonder zijn toestemming zijn jas, twee paar dure sneakers en een iPhone 14 uit de woning meegenomen.
De verdachte heeft met dit gedrag laten zien dat hij geen respect had voor de eigendommen van het slachtoffer en heeft hij met zijn mededaders een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en diens lichamelijke integriteit. De verdachte en het slachtoffer kenden elkaar net een paar weken en woonden allebei in de woonvoorziening. De rechtbank maakt zich zorgen over de manier hoe de verdachte het conflict over de beschadiging van zijn uitgeleende schoenen wilde oplossen, waarbij de verdachte van mening was dat hij in zijn recht stond. Het moet voor het slachtoffer een bijzonder traumatische gebeurtenis zijn geweest om in zijn eigen kamer, waar hij zich veilig zou moeten voelen, onverwachts door drie daders van zijn waardevolle bezittingen te worden beroofd. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
15 november 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 december 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er worden risicofactoren gezien op verschillende vlakken. De verdachte laat zelfbepalend gedrag zien en kan zich moeilijk aan regels en afspraken houden. De kans op recidive wordt hierdoor verhoogd. Ook bestaat er een risico dat hij niet kan blijven wonen bij ZHL, verloopt zijn schoolgang niet goed en heeft hij nog geen stage. Voorts heeft de verdachte geen adequate vrijetijdsinvulling en is er geen zicht op zijn vriendenkring. Daarnaast is er een gebrek aan vaardigheden, zoals beïnvloedbaarheid en de schuld buiten zichzelf leggen, situaties niet overzien, eerst doen en dan pas nadenken. Mogelijk is er sprake van een laag verstandelijke beperking en daardoor overvraging. De indruk bestaat dat de verdachte wel openstaat voor verandering, maar na enige aanzet daartoe lijkt het daarna niet te beklijven. Er heeft nog weinig tot geen positieve ontwikkeling plaatsgevonden. De verdachte wordt bijna achttien jaar. Het is belangrijk dat een diagnostisch onderzoek wordt afgenomen en met de uitkomsten daarvan een passend en intensief hulpverleningstraject voor de verdachte wordt uitgezet.
De Raad adviseert een voorwaardelijke werkstraf met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, meewerkt aan het diagnostisch onderzoek van het KSCD (Kennis- en servicecentrum voor diagnostiek), blijft wonen bij ZHL, dagbesteding heeft, ondersteuning van een jongerencoach krijgt en aan hem een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer wordt opgelegd. Ook adviseert de Raad de leerstraf So-Cool Regulier om de kans op herhaling te verkleinen. Daarnaast adviseert de Raad de opgelegde werkstraf geheel ten uitvoer te leggen.
De jeugdreclasseringheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
22 november 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte verblijft momenteel bij ZHL, waar het redelijk verloopt. Er zijn dagen waarop het goed gaat, maar deze periodes worden vaak opgevolgd door een terugval in oude patronen. Dit maakt het moeilijk om grip te krijgen op de situatie en vooruitgang te boeken. Om een beter beeld te krijgen van de mogelijkheden en beperkingen van de verdachte, is een IQ-onderzoek van belang. Positief is dat het contact met de moeder goed verloopt. De verdachte verblijft regelmatig bij haar thuis en helpt daar ook met oppassen. In de afgelopen periode zijn er geen ruzies of incidenten geweest. Er heeft een intakegesprek plaatsgevonden bij de Waag, maar het is niet gelukt om een vervolgafspraak te plannen. De verdachte lijkt momenteel geen meerwaarde te zien in hulpverlening. Het ontbreekt hem aan intrinsieke motivatie. Op dit moment wordt de verdachte begeleid door de jeugdreclassering. Het lukt niet altijd om de afspraken na te komen. De verdachte heeft goed contact met de jeugdreclassering en laat zich corrigeren, maar laat in de praktijk vervolgens hetzelfde gedrag zien als daarvoor. De verdachte is een kwetsbare jongen die begeleiding van de jeugdreclassering nodig heeft.
De jeugdreclassering adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie, die gelijk is aan het voorarrest en een voorwaardelijke jeugddetentie met een maximale proeftijd en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich zal houden aan de aanwijzingen vanuit de jeugdreclassering;
- meewerkt aan een dagbesteding in de vorm van onderwijs/stage of een passend traject;
- meewerkt aan een diagnostisch onderzoek vanuit het KSCD en het hieruit voortkomende hulpverleningsadvies;
- verblijft op de woongroep van Zorg, Hoop en Liefde of een soortgelijke instelling.
Daarnaast adviseert de jeugdreclassering om de voorwaardelijke werkstraf ten uitvoer te leggen.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter zitting toegelicht dat zij goed contact heeft met de verdachte. Met kleine stappen wordt er gewerkt aan een positieve verandering. De jeugdreclasseerder wil kijken wat er uit het diagnostisch onderzoek komt en aan de hand daarvan passende hulpverlening inzetten, waaronder zo nodig een jongerencoach.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat ter zitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank ziet hierin aanleiding om een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist.
Gelet op de adviezen van de Raad en de jeugdreclassering zal de rechtbank de jeugddetentie deels voorwaardelijk opleggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf, bestaande uit een leerstraf So-Cool Regulier opleggen, zodat de verdachte leert om weerstand te bieden tegen anderen in risicovolle situaties en om betere keuzes te maken. Vanwege de zorgen over de vaardigheden van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat deze leerstraf van toegevoegde waarde is.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 11 juli 2023 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte ter zake van wederrechtelijk verblijven op een haventerrein in vereniging en diefstal met bedreiging van geweld in vereniging veroordeeld voor zover van belang tot onder meer een taakstaf bestaande uit een werkstraf van 50 uren, waarvan 25 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 26 juli 2023.
8.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 25 uren ten uitvoer dient te worden gelegd.
8.3.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de eis van de officier van justitie in de hoofdzaak fors is, het best goed met de verdachte gaat en hij wel hulp wil. Verzocht wordt de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen en de proeftijd met een jaar te verlengen.
8.4.
Beoordeling
Het hierboven bewezen verklaarde feit is na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van het bewezen feit heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentie voor de duur van 61 (eenenzestig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie
groot 30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2005;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 3] 2006;
- zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Zorg Hoop Liefde of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan de aldaar geldende afspraken en regels;
- zal meewerken aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van onderwijs, stage of ander passend traject;
- zal meewerken aan een diagnostisch onderzoek vanuit het KSCD of een soortgelijke instantie;
- zal meewerken aan de hulpverlening die voortvloeit uit het diagnostisch onderzoek, indien de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan de begeleiding door bijvoorbeeld een jongerencoach, indien de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
leerstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren,waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject So-Cool Regulier;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 20 dagen;
bepaalt dat de vervangende jeugddetentie ten uitvoer kan worden gelegd als vervangende hechtenis, indien de veroordeelde bij aanvang van de eventuele tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
gelast
de tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte van de opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 25 uren subsidiair 12 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 11 juli 2023 in de zaak met parketnummer 02-057129-23.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. S. Riege en A. Wolthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 december 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 15 maart 2024 te Schiedam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
schoeisel en/of een jas en/of een iPhone 14, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, door:
- die [slachtoffer] zijn kamer (van een begeleid wonen woning) in te duwen en/of
- ( vervolgens) in voornoemde kamer een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, te richten naar de buik, althans het (boven)lichaam, van die [slachtoffer] en/of
(daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: ik heb geen medelijden met jou", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- te stoeien/vechten met die [slachtoffer] en/of (meermaals) te duwen tegen het lichaam
van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen: "je moet 700 euro betalen en als je niet kan betalen gaan
er dingen mee met ons" en/of "ik kan je dood steken", althans woorden van gelijke
aard en/of strekking.