In de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als Maroma, en de onderlinge waarborgmaatschappij EOC, is op 24 december 2024 door de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot beperking van aansprakelijkheid. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van een voorval op 22 februari 2023, waarbij de autokraan van het motorschip 'Geroma' in aanraking kwam met de ophaalbrug over de Goereesesluis bij Stellendam. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 23 augustus 2024 is ingediend, en na een mondelinge behandeling op 18 november 2024, waarin ook Rijkswaterstaat als belanghebbende aanwezig was, is de beschikking vastgesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de aansprakelijkheid van de verzoekers, Maroma, [persoon A] (de schipper) en EOC (de verzekeraar), op grond van het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012) en het Burgerlijk Wetboek (BW) kan worden beperkt tot een bedrag van SDR 818.891,60. Dit bedrag is te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van het voorval. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers het fonds moeten stellen ter hoogte van dit bedrag, vermeerderd met € 7.500,00 voor de kosten van de procedure. Tevens is mr. P.A.M. van Schouwenburg-Laan aangewezen als rechter-commissaris en is dhr. N. van der Noll benoemd als vereffenaar van het fonds. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de verzoekers gerechtigd zijn om zich op de beperking van aansprakelijkheid te beroepen, en dat er geen verweer is gevoerd door de belanghebbenden tegen het verzoek. De beschikking biedt duidelijkheid over de te nemen stappen voor de verzoekers en de voorwaarden waaronder de aansprakelijkheid kan worden beperkt.