Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgemaakte rapport van 11 juli 2024;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contact- en locatieverbod met betrekking tot het slachtoffer en haar ouders, voor de duur van twee jaar, waarbij één week hechtenis kan worden opgelegd per overtreding, met een maximum van zes maanden, en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
- De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert (mede na de indiening van een aanvullende vordering) een bedrag van € 7.025,00 of € 3.412,50 aan materiële schade, € 8.000,00 aan immateriële schade en € 22.000,00 aan nader te onderbouwen schade;
- De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert (mede na de indiening van een aanvullende vordering) een bedrag van € 10.499,44 aan materiële schade, 2.000,00 aan immateriële schade en € 5.000,00 aan nader te onder bouwen schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 5.000,00(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
€ 2.145,32 (zegge: tweeduizendhonderdvijfenveertig euro en tweeëndertig eurocent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen)
€ 2.145,32 (hoofdsom, zegge: tweeduizendhonderdvijfenveertig euro en tweeëndertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
31 (eenendertig) dagen;