ECLI:NL:RBROT:2024:13411

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
10/291800-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak verkrachting en veroordeling voor vervaardigen en bezit van afbeeldingen van seksuele aard en kinderpornografie

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting, het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van afbeeldingen van seksuele aard van een persoon, en het bezit van kinderpornografie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de verkrachting, omdat het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich echter wel schuldig had gemaakt aan de andere twee feiten. De verdachte had op 1 oktober 2022 opzettelijk en wederrechtelijk afbeeldingen van seksuele aard van een slachtoffer vervaardigd, terwijl deze naakt op een bed lag. Daarnaast had hij op 5 december 2022 een hoeveelheid afbeeldingen in bezit die betrekking hadden op seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, betrokken was. De rechtbank legde een taakstraf op van 120 uren, met aftrek van het voorarrest, en de verdachte werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 500,-, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een taakstraf rechtvaardigde, maar dat er geen aanleiding was voor een (voorwaardelijke) gevangenisstraf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/291800-22
Datum uitspraak: 8 november 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. C.P. Timmers, advocaat te Middelharnis.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 oktober 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Loppé heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 93 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering feit 1
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering feit 2 en 3
4.2.1.
Standpunt verdediging
Het onder 2 en 3 ten laste gelegde kan niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Ten aanzien van feit 2 is aangevoerd dat de verdachte en aangeefster seks met elkaar hebben gehad en de foto’s hiervan onderdeel waren; er was sprake van een rollenspel met een naaktmodel en fotograaf, waarmee aangeefster heeft ingestemd. Ten aanzien van feit 3 is aangevoerd dat de foto’s in kwestie niet voldoen aan de tenlastelegging. Daarnaast wist de verdachte niet van de afbeeldingen en waren deze niet toegankelijk en/of benaderbaar.
4.2.2.
Beoordeling
Feit 2
Verdachte heeft erkend dat hij opnamen van aangeefster heeft gemaakt terwijl zij bezig waren met seksuele handelingen. Zijn verweer dat dit met instemming van aangeefster was wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn opgenomen.
Feit 3
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 3 dat uit de eigen waarneming van de rechtbank en het proces-verbaal van de politie volgt dat de afbeeldingen 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 kinderporno betreffen. Van de afbeeldingen 2 en 3 kan de kinderpornografische aard niet worden vastgesteld, zodat de rechtbank de verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal vrijspreken.
Uit het dossier volgt voorts dat een deel van de aangetroffen kinderporno bestanden zijn die zich enkel bevinden in de zogeheten ‘unallocated clusters’ of waarvan enkel een ‘thumb’ beschikbaar was, te weten de afbeeldingen met de nummers 8, 9, 10 en 11. Deze bestanden zijn niet (meer) toegankelijk zonder gebruik te maken van speciale software. Niet is gebleken dat de verdachte over deze speciale software beschikte. Nu daarnaast niet kan worden vastgesteld wanneer deze bestanden (nog) wel – zonder deze software – toegankelijk waren, kan de rechtbank van deze bestanden niet vaststellen dat de verdachte hierover op 5 december 2022 de beschikking had. Ook ten aanzien van deze afbeeldingen volgt daarom vrijspraak.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte de overige tenlastegelegde afbeeldingen voor handen heeft gehad. Deze bestanden stonden op gegevensdragers die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen en die toegankelijk waren voor de gebruiker. Dat de verdachte hiervan geen wetenschap had omdat ook andere personen gebruik hebben gemaakt van deze gegevensdragers, acht de rechtbank – bij gebrek aan enige nadere onderbouwing – niet aannemelijk. Dit verweer wordt verworpen.
De rechtbank concludeert dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno, te weten de afbeeldingen 1, 4, 5, 6 en 7.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij op 1 oktober 2022 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk
van een persoon, [slachtoffer],
afbeeldingen van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij,
verdachte, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk die [slachtoffer] gefotografeerd
en gefilmd terwijl die [slachtoffer] naakt op een bed lag en terwijl hij, verdachte,
die [slachtoffer] betastte bij haar vagina;
3.
hij
op 5 december 2022
te Rotterdam
een hoeveelheid afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of
schijnbaar is betrokken
in bezit
heeftgehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal
envaginaal penetreren van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger en hand en een voorwerp vaginaal en anaal (laten)
penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 4 en 5)
en
het met de vinger en hand (laten) betasten en aanraken van het eigen
geslachtsdeel en de eigen borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1 )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet
bij zijn/haar leeftijd past en waarbij deze persoon zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en
(waarna) door het camerastandpunt, de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk
het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 6
en7)
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van een persoon, meermalen gepleegd;
feit 3:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding en een video van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee akelige zedenfeiten. Allereerst heeft hij zich schuldig gemaakt aan het maken van naaktfoto’s en een video van aangeefster, terwijl zij naakt op bed lag en de verdachte haar betastte, zonder dat zij daarmee heeft ingestemd. De verdachte heeft zich daarbij uitsluitend laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en de wil van aangeefster daar volledig ondergeschikt aan gemaakt. Hiermee heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en (seksuele) privacy van aangeefster.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Voor de productie van kinderporno worden (jonge) kinderen ernstig seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Het is algemeen bekend dat deze kinderen ernstige psychische, emotionele en lichamelijk schade kunnen oplopen, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Door het bezit van kinderporno wordt de productie gestimuleerd en dus in stand gehouden. De verdachte heeft hier met zijn handelingen een bijdrage aan geleverd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 oktober 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 september 2023, aangevuld met een rapport gedateerd 20 september 2024. Deze rapporten houden het volgende in. De reclassering heeft geen problemen gesignaleerd in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De reclassering ziet geen noodzaak voor verdere interventies en adviseert dan ook bij een veroordeling geen bijzondere voorwaarden op te leggen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
De ernst van de feiten rechtvaardigt in beginsel een straf zoals door de officier van justitie is gevorderd. Nu de rechtbank echter minder bewezen acht, het feiten uit 2022 betreffen en de verdachte sindsdien niet meer met justitie in aanraking is gekomen, ziet de rechtbank geen aanleiding om naast een taakstraf een (voorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank een taakstraf van 120 uur passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen gegevensdragers waarop kinderporno is aangetroffen worden onttrokken aan het verkeer. Het gaat om de voorwerpen met de nummers: 2, 4, 7, 10 en 12. De overige voorwerpen op de beslaglijst kunnen worden teruggegeven aan verdachte.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave van de Toshiba laptop van de verdachte, althans van de bestanden van de verdachte die op de laptop zijn opgeslagen en betrekking hebben op zijn opleiding.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen gegevensdragers met de nummers 2, 4, 7, 10 en 12 zullen worden onttrokken aan het verkeer. Gebleken is dat op deze gegevensdragers kinderpornografisch materiaal aanwezig was. Daarmee zijn dit voorwerpen die onder andere tot het begaan van strafbare feiten zijn bestemd en het ongecontroleerde bezit ervan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Ten aanzien van de Toshiba laptop geeft de rechtbank in overweging aan het openbaar ministerie om – indien mogelijk – een digitale kopie van de bestanden die zien op de opleiding van de verdachte aan de verdachte ter beschikking te stellen.
Ten aanzien van de overige in beslaggenomen voorwerpen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij] ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, omdat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
9.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks schade is toegebracht. In dit geval brengen de aard en de ernst van de normschending door de verdachte mee dat de relevante nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen dat een aantasting in haar persoon kan worden aangenomen.
Omdat de vordering deels ziet op het onder 1 ten laste gelegde feit waarvoor verdachte is vrijgesproken zal de rechtbank de immateriële schade van [benadeelde partij] naar billijkheid vaststellen op € 500,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. Voor het overige zal de vordering niet ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 500,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 36b, 36c, 36f, 139h en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
114 (honderdveertien) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
57 dagen.
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
2. 1 STK Harddisk ([proces-verbaalnummer 1], Verbatim)
4. 1 STK Computer ([proces-verbaalnummer 2])
7. 1 STK USB-stick memorykaart ([proces-verbaalnummer 3])
10. 1 STK Telefoonautomaat ([proces-verbaalnummer 4] Poco Xaumi)
12. 1 STK Computer ([proces-verbaalnummer 5] Grijs, HP)
- gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK computer (omschrijving: [proces-verbaalnummer 6], Samsung)
3. 1 STK Harddisk (omschrijving: [proces-verbaalnummer 7] Mactor)
5. 6 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: [proces-verbaalnummer 8])
6. 2 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: [proces-verbaalnummer 9])
8. 1 STK Computer (omschrijving: [proces-verbaalnummer 10])
9. 1 STK Computer (omschrijving: [proces-verbaalnummer 11])
11. 1 STK fototoestel (omschrijving: [proces-verbaalnummer 12] Panasonic)
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij], te betalen een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil.
verklaart de benadeelde partij ten aanzien van het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. van de Kragt voorzitter,
en mrs. F. Damsteegt en S.W.H. Bootsma rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kroonbergs griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te Rotterdam
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer
handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte, meerdere
malen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd
en/of bewogen en/of
- de vagina en/of de clitoris van die [slachtoffer] betast
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld
of die andere feitelijkheid hierin dat verdachte, wetende dat die [slachtoffer] onder
invloed was van alcohol en/of niet meer nuchter was:
- die [slachtoffer] heeft meegevoerd en/of geleid naar zijn slaapkamer en/of
- die [slachtoffer] (volledig) heeft uitgekleed en/of
- die [slachtoffer] naar de andere kant van het bed heeft getrokken, althans het
lichaam van die [slachtoffer] heeft verplaatst op het bed en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn uit die [slachtoffer] gesteldheid voortvloeiend
psychisch en/of fysiek en/of geestelijk overwicht en/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand
van die [slachtoffer] en/of
- het aldus voor die [slachtoffer] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op of omstreeks 1 oktober 2022 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk
van een persoon, [slachtoffer],
een of meer afbeeldingen van seksuele aard heeft vervaardigd, immers heeft hij,
verdachte, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk die [slachtoffer] gefotografeerd
en/of gefilmd terwijl die [slachtoffer] naakt op een bed lag en/of terwijl hij, verdachte,
die [slachtoffer] betastte bij haar vagina;
3.
hij
op of omstreeks 5 december 2022
te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
een hoeveelheid afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of
schijnbaar is betrokken
heeft
verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft
verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand en/of een voorwerp vaginaal en/of anaal (laten)
penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 2, 4 en 5)
en/of
het met de/een vinger en/of hand (laten) betasten en/of aanraken van het eigen
geslachtsdeel en/of de eigen borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1 en 3)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet
bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
(waarna) door het camerastandpunt, de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk
het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 6, 7, 8, 9, 10 en 11)