ECLI:NL:RBROT:2024:1340

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10641648
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling koopprijs in handelskoop met afwijzing van verrekening van schade

In deze zaak heeft de vennootschap naar Pools recht, Meblomark Marek Daszczyk, NK Store B.V. aangeklaagd voor een bedrag van € 20.844,06, bestaande uit hoofdsom, rente en incassokosten. Meblomark stelt dat zij meubels heeft geleverd aan NK Store, die deze niet heeft betaald. NK Store betwist de vordering en stelt dat de geleverde goederen niet conform de overeenkomst waren, wat heeft geleid tot schade die zij wil verrekenen. De kantonrechter heeft de tegeneis van NK Store afgewezen, omdat deze te laat was ingediend. De hoofdsom van € 18.551,- werd toegewezen, omdat Meblomark voldoende bewijs heeft geleverd dat de meubels zijn geleverd en niet zijn betaald. De kantonrechter oordeelde dat NK Store gehouden is tot betaling, ondanks haar beroep op verrekening van schade, omdat Meblomark gemotiveerd heeft weersproken dat zij tekortgeschoten is. Daarnaast zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente toegewezen. NK Store is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 2.867,92. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10641648 CV EXPL 23-21815
datum uitspraak: 16 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de vennootschap naar Pools recht
Meblomark Marek Daszczyk,
vestigingsplaats: Ostrzeszow (Polen),
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: [naam01] ,
tegen
NK Store B.V. h.o.d.n. Fabrieks-Verkoop,
vestigingsplaats: Spijkenisse,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. G.C. Haulussy.
De partijen worden hierna ‘Meblomark’ en ‘NK Store’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 11 juli 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
  • het schriftelijke antwoord, met eis in reconventie (tegeneis) en bijlagen;
  • het antwoord in reconventie, met bijlage.
1.2.
Op 19 december 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam02] , werkzaam voor [bedrijf01] als agent voor Meblomark, met [naam01] ,
  • [naam03] , voor NK Store, met mr. Haulussy.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
Meblomark eist veroordeling van NK Store tot betaling aan haar van € 20.844,06 aan hoofdsom, rente en incassokosten. De reden hiervoor is dat zij uitvoering heeft gegeven aan met NK Store gesloten overeenkomsten betreffende de koop en levering van meubels, maar dat NK Store daarvoor met twee facturen in rekening gebrachte bedragen niet betaald heeft. NK Store is het niet eens met de eis, want zij zegt dat alle banken verkeerd geleverd zijn, waardoor zij haar klanten niet kon leveren. Omdat haar magazijnkosten opliepen, heeft zij de banken doorverkocht met 25% minder opbrengst. Hierdoor heeft NK Store schade opgelopen, die zij wil verrekenen. In haar aanvullende schriftelijke antwoord zijn tegeneisen ingesteld met een gezamenlijk beloop van € 43.209,45. Daarnaast is gevraagd voor recht te verklaren dat de koopovereenkomsten van 12 september 2022 als ontbonden kunnen worden beschouwd.
Wat vindt de kantonrechter
De tegeneis
2.2.
De tegeneis wordt afgewezen, want deze eis had dadelijk bij het antwoord moeten worden ingesteld (artikel 137 Rv). Dat is niet gebeurd. Pas in het aanvullende schriftelijke antwoord is de tegeneis geformuleerd. Dat is te laat geweest. De tegeneis wordt daarom niet inhoudelijk besproken.
De eis
De hoofdsom
2.3.
De geëiste hoofdsom van € 18.551,- wordt toegewezen, want niet is in geschil dat Meblomark op grond van tussen partijen gesloten overeenkomsten meubels verkocht en geleverd heeft aan NK Store, daarvoor € 18.551,- in rekening heeft gebracht en dat dit bedrag niet aan haar betaald is.
2.4.
De overeenkomsten zijn niet buitengerechtelijk ontbonden. Onderkend wordt dat NK Store direct na de levering geklaagd heeft over de levering van verkeerde bankstellen, namelijk in twee in plaats van drie elementen, die zij niet aan haar klanten had verkocht, maar dat is geen ontbinding. Dat betekent dat NK Store de op haar rustende verbintenis tot betaling in beginsel moet nakomen. Daarbij komt dat Meblomark gemotiveerd weersproken heeft dat het verkeerde geleverd is onder meer door verwijzing naar de overgelegde orderbonnen en facturen, waaruit niet kan worden opgemaakt dat banken in drie delen besteld zijn. Tevens is erop gewezen dat ook andere meubels onbetaald zijn gebleven, wat inderdaad het geval is geweest uitgaande van wat vermeld is op de bonnen en de facturen en het feit dat niet betaald is. Voorts heeft Meblomark onderbouwd gesteld dat zij, na afwijzing van een korting uit coulance en uitblijven van betaling door NK Store, besloten heeft de meubels weer op te halen, daarover bericht heeft, en in juni 2023 twee vrachtwagens naar NK Store gestuurd heeft, maar de meubels toen niet heeft meegekregen, terwijl achteraf in deze procedure is gebleken dat NK Store in maart 2023 de meubels heeft doorverkocht. Bij deze stand van zaken blijft NK Store gehouden om de prijs voor de gekochte en aan haar geleverde bankstellen te voldoen.
2.5.
Het beroep van NK Store op verrekening van dit bedrag met door haar beweerdelijk geleden schade (gederfde winst) wordt afgewezen, omdat gemotiveerd weersproken is dat Meblomark tekortgeschoten is en dat NK Store (hierdoor) schade heeft geleden, zodat dit niet vaststaat, terwijl de eis van Meblomark overigens voor toewijzing vatbaar is (artikel 6:136 BW).
Buitengerechtelijke incassokosten
2.6.
Gezien de omstandigheid dat de hoofdsom toewijsbaar is en de geëiste incassokosten van € 1.162,22 hierop gebaseerd zijn, wordt dat bedrag toegewezen, ook omdat de hoogte ervan niet betwist is.
Rente
2.7.
De rente wordt toegewezen, omdat Meblomark genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en NK Store dat niet heeft betwist. Het gaat om € 1.130,84 aan rente berekend tot 6 juli 2023 en de wettelijke rente over € 18.551,- vanaf die datum. Dit betreft de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, omdat het hier gaat om rente in verband met het niet op tijd voldoen van de hoofdsom uit een handelsovereenkomst, wat ook de reden is voor de hoogte van het al tot 6 juli 2023 verschuldigd geworden bedrag.
Proceskosten
2.8.
NK Store moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Meblomark vast op € 132,42 aan dagvaardingskosten, € 1.384,- aan griffierecht, € 1.219,50 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 406,- (in conventie) plus ½ punt x € 815,- (in reconventie, waarbij een ½ punt is gerekend in verband met de samenhang met de conventie)) en € 132,- aan nakosten. Dat is in totaal € 2.867,92. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt NK Store om aan Meblomark te betalen € 20.844,06 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over € 18.551,- vanaf 6 juli 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt NK Store in de proceskosten, die aan de kant van Meblomark worden begroot op € 2.867,92;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.
465