In deze zaak vordert de Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A. betaling van een achterstallige zorgpremie van € 195,00 van de gedaagde, die zelf procedeert. De vordering is toegewezen, aangezien tussen partijen niet in geschil is dat de gedaagde het bedrag aan achterstallige premie moet betalen. De gedaagde is verzekerd bij DSW en heeft zijn premie voor januari 2024 niet betaald. DSW heeft de vordering onderbouwd met de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft aangevoerd dat hij dakloos is geweest en de factuur nooit heeft ontvangen, maar deze argumenten zijn door de kantonrechter niet gehonoreerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde € 195,00 aan DSW moet betalen, evenals de rente van € 6,35 tot en met 20 juni 2024 en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40. De proceskosten zijn begroot op € 367,38, die ook voor rekening van de gedaagde komen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat DSW het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat.