Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekers;
- mr. B. El Quath, werkzaam bij ILM Advocaten, advocaat van verzoekers;
- M. El Joghrafi, werkzaam bij JM Bewind en Mediation, beschermingsbewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben verzoekers op 5 april 2024 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 18 april 2024 bepaald. Verweerster, vertegenwoordigd door GGN namens Stichting 3B Wonen, heeft geen bezwaar gemaakt tegen het moratoriumverzoek, mits de huur tijdig wordt betaald. Tijdens de zitting op 18 april 2024 is verweerster niet verschenen. De rechtbank heeft op 25 april 2024 uitspraak gedaan en de voorlopige voorziening toegewezen voor een periode van zes maanden. Verzoekers, die als vluchtelingen naar Nederland zijn gekomen en drie minderjarige kinderen hebben, verkeerden in financiële problemen. De beschermingsbewindvoerder heeft verklaard dat de huur van april 2024 nog niet was voldaan, maar dat dit inmiddels was opgelost. Verzoekers hebben voldoende inkomen om de huur te betalen en hebben zich onder beschermingsbewind laten stellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een bedreigende situatie, gezien het vonnis van 20 februari 2024 tot ontruiming van de woning. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers zwaarder laten wegen dan die van verweerster en de voorlopige voorziening toegewezen, met voorwaarden. Tevens zijn verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar zij kunnen in de toekomst een nieuw verzoek indienen.