Op 12 juni 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure. Het verzoekschrift tot faillietverklaring was ingediend door twee besloten vennootschappen, die als verzoeksters optraden tegen een verweerder die in financiële problemen verkeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeksters summierlijk bewijs hebben geleverd van hun vorderingsrecht en dat de verweerder in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. De procedure begon op 11 maart 2024 en na verschillende zittingen en het aanhouden van de behandeling om een betalingsregeling te treffen, bleek dat de verweerder niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van pluraliteit van schuldeisers en dat de vorderingen van de verzoeksters opeisbaar waren. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot faillietverklaring toegewezen en de verweerder in staat van faillissement verklaard. Tevens zijn er een rechter-commissaris en een curator benoemd. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.